Prozagedichten over het leven van een tienjarige jongen.
Als prozadichter vertelt Fred Papenhove in elk van zijn teksten een kort verhaaltje over wat een tienjarige jongen uit de Strandstraat (de zee is nooit ver) zoal beweegt of eerder: van de straat houdt. Want de jongen is liever alleen, voelt zich 'blootgesteld aan grote mensen'. In zijn fantasieën is hij de Onoverwinnelijke Ridder, de avonturier die zich aan ieder zicht wil onttrekken, een naakt zwemmende vrouw is in zijn ogen een zeemeermin. Logeerpartijen zijn 'vreesdagen', vakantie is niet aan hem besteed. Via de anekdotes wordt de lezer echter wel iets te denken gegeven. De titel is veelzeggend in dit verband. Enerzijds wil de jongen, zoals ieder kind, wel in de pas lopen om de goedkeuring van zijn ouders te verwerven, maar de krampachtige zwaai van zijn been verraadt het verdringen van zijn woede en onmacht. Typerend voor Papenhove is dat hij nogal eens de imperatief gebruikt: hij laat de jongen zichzelf bevelen geven om zijn dwanggedachten te couperen. Dit portret van een eenzelvige tienjarige jongen is helder en pregnant, maar met weinig verrassingen qua taal en inhoud.
Nederlands | 9789461640376
Titel | Zweep je beste been voor : prozagedichten |
Auteur | Fred Papenhove |
Type materiaal | Boek |
Editie | 1e dr; |
Uitgave | Amsterdam : Van Gennep, 2011 |
Overige gegevens | 38 p - ill - 21 cm |
ISBN | 9789461640376 |
PPN | 333120825 |
Rubriekscode | Nederlands 875 |
Taal | Nederlands |
Onderwerp algemeen | Kinderen; Gedichten |
PIM Rubriek | Gedichten en Versjes |
PIM Trefwoord | Kinderen |