ABC voor de jeugd (1961-...)

Dikkertje Dap en een heleboel andere versjes (1963)

Drie hoeraatjes voor de muizen (1961)

De leeuw is los (1961)

De gevaarlijke reis (1962)

De bende van de Radaustraat (1963)

Toen het plafond naar beneden kwam (1962)

De dag dat het plafond naar beneden kwam, is voor een Engels gezin het begin van een reeks vermoeiende dagen. Tussen de brokstukken van het plafond vinden de kinderen namelijk een oud scheepskompas en krantenknipsels, waarna de oudste, een meisje van veertien, besluit om de kapitein aan wie de spullen behoren, op te sporen. In een poging om zijn zusje Louise te helpen bij haar zoektocht, ontketent broer Japhet, steeds allerlei rampen, waarover hij zelf het meest wanhopig en verbijsterd over is. Uiteindelijk wordt de kapitein toch gevonden, zij het heel anders dan zij zich hadden voorgesteld.

De snars, de fluit, de sikkepit (1963)

Cijferslot 7-1-7 (cop. 1964)

Pipo en de ridderschrik een nieuw avontuur in een oude tijd van een bekende clown en zijn vriend Felicio (als sliertjesridder) voor alle grote, kleine, dikke en dunne kinderen (1967)

Door aan een oud klokje te draaien zet Pipo de clown per ongeluk de tijd terug, waardoor hij en zijn vriend Felicio in de middeleeuwen terecht komen. Zij helpen hier de vreemde, maar goedmoedige ridder Oevanhi, om zijn landgoed terug te krijgen van een woeste overheerser. Dit gebeurt met behulp van de Ridderschrik, een stoommachine die door Pipo in allerijl geconstrueerd is. Na dit avontuur tot een goed einde te hebben gebracht, krijgen ze de klok die ze verloren hadden, weer terug en kunnen ze weer terugkeren naar de moderne tijd.

Het gedeukte fluitketeltje waarin opgenomen De graaf van Weet-ik-veel ([1966])

Verzameling humoristische versjes voor kinderen vanaf 8 jaar.

Mejuffrouw Bianca (cop. 1964)

Mejuffrouw Bianca, een witte muis van standing en presidente van de (Muizen)Vereniging voor huisvrouwen, stelt haar leden voor een achtjarig meisje te gaan bevrijden uit de wrede handen van de heerseres van het Diamanten-paleis. Dankzij het moedige optreden van Bianca en de hulp van haar trouwe ridder Bernard, lukt de onderneming en wordt het meisje gered. Ze wordt daarna ondergebracht op een boerderij in de Gelukkige Vallei bij lieve pleegouders.

De man die terugkwam (1963)

Jip en Janneke. Vijfde boek (1969)

Dagelijkse belevenissen van twee buurkinderen, waarin iedere kleuter zichzelf kan herkennen. Voorlezen vanaf ca. 4 jaar; zelf lezen vanaf ca. 8 jaar.

Vingertje Lik en een heleboel andere versjes ([1964])