Een keuze uit de brieven uit de periode 1955-1973 van de Nederlandse dichter en kunstenaar (1917-1974).
Chr. J. van Geel (1917-1974) begon zijn loopbaan als beeldend kunstenaar en debuteerde in 1958 met een dichtbundel: 'Spinroc en andere verzen'. Van Geel wordt vanaf het begin van zijn dichterschap door een klein groepje liefhebbers verdedigd. En dat is mooi, zo verschenen eerder themanummers van tijdschriften waarin beschreven staat hoe belangrijk het surrealisme voor hem is geweest. Het vreemde is nu dat in de zojuist verschenen bloemlezing die hele surrealistische periode wordt overgeslagen, de eerste hier opgenomen brief dateert van 1955. Zijn correspondenten zijn onder meer zijn voormalige echtgenotes Therèse Cornips en Elly de Waard, Geert van Oorschot, Jan Hanlo en J.P. Guépin. De brieven zijn boeiend en voorzien van annotaties. Ook zijn er zwart-witillustraties. De inleiding is echter al net zo verdedigend als oppervlakkig: Van Geel koos voor de kunst als levenshouding, en in dat opzicht kon hij goed uit de voeten met het ventisme van Du Perron. Du Perron zette zich juist af tegen de l'art pour l'art houding. Ook de opmerking dat Van Geel André Breton heeft ontmoet, is simpelweg niet waar.
Nederlands | 9789028242227
Titel | Ik ben een onderling onverzoenlijk ratjetoe : een keuze uit zijn brieven |
Auteur | Chr. J. van Geel |
Secundaire auteur | Marsha Keja ; Jabik Veenbaas |
Type materiaal | Boek |
Editie | 1e dr; |
Uitgave | Amsterdam : Van Oorschot, 2012 |
Overige gegevens | 335 p - ill - 21 cm |
Annotatie | Met lit. opg., reg |
ISBN | 9789028242227 |
PPN | 343447908 |
Rubriekscode | Nederlands 855.6 |
Taal | Nederlands |
Onderwerp algemeen | Geel, Chr.J. van; Brieven |
PIM Rubriek | Schrijvers en Boeken |
PIM Trefwoord | Geel |