Phobos, het denkmonster (cop. 1969)/ Paul Capon, [vertaald door Agaath van Ree ; illustraties van Pim van Boxsel]

Daney, haar vriend Steve en haar vader Peter Salgado worden ontvoerd per vliegende schotel. Ze komen op de planeet Phobos terecht, waar ze William (Bill) Shakespeare ontmoeten, die al twee jaar vastzit op de planeet. Phobos lijkt onbewoond, maar toch worden ze van zuurstof, voedsel, drinken en warmte voorzien. Ook worden er voortdurend vragen gesteld via de stem van Phobos. Uiteindelijk weten ze het brein van Phobos te vernietigen, dat gepaard gaat met een enorme explosie. Het ruimteschip wordt daardoor de ruimte in geschoten en na vijf dagen wordt er een planeet benaderd. Er volgt een veilige landing en dan blijkt tot hun geluk, dat ze terug zijn op de aarde, in Zuid-Australië.

Aanwezigheid