Kris kras boeken ([1964-...])

Arie en Tino (cop. 1964)

Tino, een jongetje uit Italië, vindt het fijn om met zijn ezel Aristide van het ene dorpje naar het andere te reizen. Omdat Arie, zoals de ezel kortweg wordt genoemd, wat ongelukkig en eenzaam lijkt, wil Tino een tweede ezel kopen. Om aan geld te komen verricht Timo allerlei kaweitjes. Eindelijk heeft hij genoeg geld en op de markt in de stad koopt hij het ezelinnetje Brita. Met z'n drieën verlaten ze Italië en trekken het eerst naar het noorden. In Nederland zien ze de bollenvelden en met een circustrein belanden ze zelfs in Lapland. Op de Noordpool gaan ze op robbenjacht, maar daarbij belanden ze in het ijskoude water. Gelukkig worden ze gered door de bemanning van een schip, dat naar Amerika gaat. Als iedereen tijdens een storm zeeziek wordt, bestuurt Arie het schip en brengt Brita eten rond. Ze zien New York en het Wilde Westen, waar Arie aan een rodeo meedoet en wint. Via Zuid-Amerika en Afrika en Tanger komen ze met de boot weer terug in Italë. Daar in hun eigen land wordt de volgende dag het ezeltje van Brita en Arie geboren.

De blaaspijpers van de Montelbaan (cop. 1964)

Een groepje kinderen beleeft verschillende avonturen in de oude binnenstad van Amsterdam.

Kasteel Karsesteyn (cop. 1964)

De ridder Matsolarie bewaakt al eeuwenlang zijn nazaten op Kasteel Karsesteyn. De volwassenen moeten weinig hebben van het familiespook, maar de kinderen van het kasteel sluiten vriendschap met hem. Matsolarie bewijst de kinderen veel diensten en door zijn toedoen wordt een schilderijendiefstal ongedaan gemaakt. Als de kinderen volwassen worden, verliezen ze echter hun onbevangenheid tegenover de wonderlijke verschijning. Matsolarie besluit daarom te verdwijnen tot er weer kinderen op het kasteel zullen zijn.

Mitsko Matsko en de tovertak ([1966])