Nederlands
| Titel | Kind en kunst serie |
| Type materiaal | - |
| Uitgave | Amsterdam : Van Holkema en Warendorf, [1905-1911] |
| Overige gegevens | 8 dl - 32×24 cm |
| Annotatie | Een prospectus over de Kind en Kunstserie: 'Humoristische Pracht-Prentenboeken van Mevrouw B.E. Osselen-van Delden en Marie Hildebrandt' vermeldt dat de 'Kind- en Kunst-Serie' wordt uitgegeven 'in combinatie met de Fransche firma F. Juven & Co.' - In de Brinkman wordt deze serie niet apart vermeld. In Brinkman 1901-1910 worden als delen gemeld (zonder deelnummers): De kleine Kroot (1907), Mopje van Boevenburg (1908), Piet Wipneus (1908), Uit het land van Dickens (1908), Bobo (1905), De lotgevallen van Tijl Uilenspiegel (1906), Eppien Toef (1905), Jan Cadet (1906) |
| PPN | 851970559 |
| Taal | Nederlands |
Smeerpoetsverhaal met rijmende teksten in twee delen: eerst worden de zes ondeugden van kleine Kroot geschilderd: slordigheid, luiheid, snoeplust, nieuwsgierigheid, plaagzucht en driftigheid. In het tweede deel beleeft Kroot haar ondeugden in een droom en krijgt hulp van zeven dwergen bij het overwinnen van haar slechte eigenschappen. Met een moraal aan het slot.
vol.