Filosofische dialoog over hoe destijds (45 v.Chr.) drie belangrijke filosofische scholen over de aard van de goden dachten.
De Romeinse redenaar en auteur Cicero (106-43 v.Chr.) schreef zijn filosofische werken aan het eind van zijn leven, toen hij politiek op een zijspoor was gezet. In de 'De natura deorum' ('Over de aard van de goden') van 45 v.Chr. geeft hij in de vorm van een filosofische dialoog de drie belangrijkste filosofische scholen het woord: de school van Epicurus, de Stoa en de Academie. Zij gaven een verschillende rol aan de goden: Epicurus een heel geringe, de Stoïcijnen zagen overal goddelijke machten en de sceptische Academici bleven het antwoord schuldig. Na een korte inleiding door de classicus en vertaler Rogier van der Wal biedt de Nijmeegse latinist en bekende vertaler Vincent Hunink een goede, prettig leesbare vertaling met een korte en adequate annotatie.
Nederlands | 9789463401333 | 204 pagina's
Titel | Het bestaan van de goden |
Auteur | M. Tullius Cicero |
Secundaire auteur | Vincent Hunink ; Rogier van der Wal |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Eindhoven : Damon, [2018] |
Overige gegevens | 204 pagina's - 24 cm |
Annotatie | Met literatuuropgave, register - Vertaling van: De natura deorum - Oorspronkelijke titel: De goden. - Amsterdam : Athenaeum-Polak & Van Gennep, 1993. - (Baskerville serie) |
ISBN | 9789463401333 |
PPN | 417328915 |
Rubriekscode | 153.3 |
Taal | Nederlands |
Onderwerp algemeen | Godsbegrip |