Symfonie nr. 4 in f mineur, opus 36 werd door Pjotr Iljitsj Tsjaikovski gecomponeerd in de jaren 1877 en 1878. De eerste uitvoering vond plaats op de Russische Muzieksociëteit in Sint-Petersburg op 10 februari 1878 onder leiding van dirigent Nikolai Rubinstein. Elk deel van deze symfonie sluit aan bij een thema in Tsjaikovskis leven, respectievelijk het lot, zijn kindertijd, onbezorgdheid en Rusland. Tsjaikovski schreef aan zijn beschermvrouwe, Nadezjda von Meck, dat het eerste deel de sleutel vormt tot de hele compositie. De kracht van het lot is te sterk voor het individu om te weerstaan. Het tweede deel zo schreef hij, bevat de herinneringen aan mijn kindertijd die bitterzoete emoties oproept, gevoelens van intimiteit en tegelijkertijd onoverbrugbare afstand. In het derde deel laat hij zijn verbeelding de vrije loop, en in de finale laat hij de eerste drie delen samenkomen. "Het individu voelt de isolatie in een menigte, maar kan tegelijkertijd voldoening vinden door de massa om hem heen".
Nederlands
Titel | Symphony no. 4 : Romeo and Juliet (Chicago Symphony Orchestra; Barenboim) |
Instelling | Tsjaikovski, Pjotr Iljitsj |
Type materiaal | CD |
Uitgave | Teldec, 1997 |
Overige gegevens | 1 disc |
Taal | Nederlands |
Onderwerp algemeen | Romantiek en Nationalisme ; ORKEST: symfonieorkest |