Allan Pettersson, een van de vier kinderen van een gewelddadige alcoholist en smid en een zeer vrome moeder, groeide op in de armere wijken in Stockholm. In 1930 begon hij aan een studie viool en altviool aan het Kungliga Musikhögskolan (Koninklijk Conservatorium) in Stockholm. Daarna studeerde hij contrapunt en harmonieleer. Hij groeide uit tot een goede altist, maar begon toen ook al te componeren, voornamelijk liederen en kamermuziek. Door een beurs van de Jenny Lind Stichting werd hij in staat gesteld in 1939 en 1940 verder altviool te studeren in Parijs bij Maurice Vieux, terwijl hij gelijktijdig violist was van het Stockholms Konsertförenings Orkester, het latere Stockholms Philharmonisch Orkest (tot 1951). Daarna (1951-1953) studeerde hij verder compositie. Hij kreeg les van Arthur Honegger en René Leibowitz. Van de laatste, die hem de beginselen van de dodecafonie probeerde bij te brengen, zei hij niets te hebben geleerd. Hij volgde ook privélessen bij Karl-Birger Blomdahl en Otto Olsson. (...)
Nederlands | 761203919123
Titel | Symphony No. 14 (Petterson, RSO Berlin) |
Auteur | Allan Pettersson |
Type materiaal | CD |
Uitgave | : CPO, 1992 |
Overige gegevens | 1 disc |
ISBN | 761203919123 |
Taal | Nederlands |
Onderwerp algemeen | Modernisme en Neo-Classicisme; ORKEST: symfonieorkest |