Met deze zware hardcover biedt Katlijne Van der Stighelen, kunsthistorica aan de K.U. Leuven, het eerste overzicht ooit van de Vlaamse portretkunst, van 1420 tot nu. Na een cultuurhistorische schets van het portretgenre wordt ingegaan op het ontstaan van het zelfstandige portret tussen 1420 en 1500 (met o.m. Jan van Eyck). Daarna komt "het proces van de voortschrijdende karakterisering" bij renaissanceschilders als Quintin Metsijs aan bod. De meeste aandacht gaat naar de glorieperiode van de barok, met grote namen als Pieter Paul Rubens, Anton van Dijck en Jacob Jordaens. Verder wordt kort ingegaan op de Vlaamse rococo, de evolutie van classicisme naar romantiek, en het fin de siècle (Fernand Khnopff, James Ensor...). Een epiloog behandelt de portretkunst in de 20e en 21e eeuw. Achteraan eindnoten, een bibliografie, een overzicht van de terminologie, een persoonsnamenregister en een illustratieverantwoording. Een waar standaardwerk, rijkelijk geïllustreerd met kwaliteitsvolle reproducties in kleur op glanzend papier. Tweekolommendruk met een kleine letter en een ruime bindmarge.
Nederlands | 9789058265333
Titel | Hoofd en bijzaak : portretkunst in Vlaanderen van 1420 tot nu |
Uniforme titel | Portretkunst in Vlaanderen van 1420 tot nu Portretkunst in Vlaanderen |
Auteur | Katlijne Van der Stighelen |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Leuven : Davidsfonds/Leuven, cop. 2008 - Zwolle : Waanders |
Overige gegevens | 319 p - ill - 32 cm |
Annotatie | Met lit. opg., reg |
ISBN | 9789058265333 |
PPN | 315149736 |
Rubriekscode | 738.2 |
Taal | Nederlands |
Onderwerp algemeen | Portretschilderkunst; Vlaanderen; Geschiedenis |