Ducal is zowel een lyrische als een bespiegelende, zelfs wel poëzietheoretische dichter en juist die mengeling van aspecten, gevoegd bij zijn voorkeur voor (half)rijm, ritmiek en een evenwichtige versbouw, maken zijn werk aantrekkelijk en boeiend. In het eerste deel van zijn nieuwe bundel wordt de schepping, ook in taal, van een vrouw nader onderzocht: "Niet uit de rib, maar uit het oog / ontstaat het lichaam van de vrouw." Maar toch... "De werkelijkheid is haar ontrouw. / Daarom bestaat zij niet // dan in benadering, een streven naar, / gehoorzaam aan plastiek en poëzie." Dit Pygmalion-motief, helder verwoord, heeft alles te maken met wat dominant is bij Ducal: de verhouding tussen dichter, werkelijkheid en (dicht)kunst. De tweede afdeling, over spreken, voelt hetzelfde conflict: 'ik' kan zich niet anders uitspreken dan door middel van "dit bange, dwang geworden rijm". Maar het 'dichtertje' is niet "in staat de taal te verlaten" en daarom onmachtig de werkelijkheid pur sang tegemoet te treden en onder ogen te zien. Maar dan laat de bundel ook de (politieke, gedigitaliseerde) wereld toe in de afdeling 'School der pornografie'. Ducal legt in deze bundel een lange weg af die van de poëzie lijkt af te leiden naar de (echte) werkelijkheid, maar er tenslotte weer bij terechtkomt.
Nederlands | 9789045015088
Titel | Toegedekt met een liedje : gedichten |
Auteur | Charles Ducal |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Amsterdam [etc.] : Atlas, cop. 2009 |
Overige gegevens | 82 p - 20 cm |
ISBN | 9789045015088 |
PPN | 317411845 |
Rubriekscode | Nederlands 875 |
Taal | Nederlands |