"Producer James Holden laat feestelijke dance uit zijn jeugd terugkeren in zijn eigen, unieke minimal music. De Britse producer James Holden bouwde de afgelopen twee decennia een weldadig muzikaal oeuvre en je kijkt steeds verlangender uit naar een nieuw album van zijn hand. Zijn vorige plaat "The Animal Spirits" uit 2017 tintelde al van vrijgevochten originaliteit, en opvolger "Imagine This Is a High Dimensional Space of All Possibilities" klinkt zo mogelijk nog speelser. Volgens een toelichting van de componist zelf wilde hij mooie herinneringen aan de raves uit zijn jeugd inpassen in zijn eigen, unieke klankenwereld. Holden maakt al jaren elektronische muziek zonder dwingende beats maar meer in de traditie van de minimal music, en grote vrijdenkers als de organist en componist Terry Riley." (De Volkskrant; 4 uit 5 sterren)
"Deel 1 van dit tweeluik bracht de godfather van de synthipop eind 2015 voor het eerst sinds de vroege jaren 80 weer terug in de bovenste regionen van de albumlijsten. Hij werkte op dat "Electronica 1: The Time Machine" samen met o.a. Tangerine Dream, Pete Townshend en Armin van Buuren. Op dit tweede deel zijn opnieuw prominente gasten aanwezig: The Pet Shop Boys, Hans Zimmer, Gary Numan, The Orb, Yello en Jeff Mills, muzikanten die sinds die tijd succesvol hebben voortgeborduurd op zijn gedachtegoed. Jarre schuwt echter ook hier het avontuur niet, met bijdragen van Cyndi Lauper, Peaches en Primal Scream. Spraakmakend is ook de gesproken boodschap van Edward 'Wikileaks' Snowden. Net als op "Electronica 1" is het opmerkelijk hoe Jean-Michel Jarre tussen al die bekende namen blijft klinken als zichzelf. Simpelweg een kwestie van sound- en toonkeuze. Opvallend is ook hoe direct en overrompelend zijn producties klinken, iets wat een vakmanschap verraadt waar maar weinigen aan kunnen tippen." (Jan van der Plas, Oor)
Na de dood van oprichter en enig overgebleven oerlid Edgar Froese leek het einde van Tangerine Dream na ruim 45 jaar voor de hand te liggen. De overgebleven bandleden (Thorsten Quaeschning, Ulrich Schnauss en Hoshiko Yamane) konden niets anders dan de traditie voortzetten. Edgar Froese had hen die opdracht ook meegegeven voor zijn dood. Na de release van het eerste album zonder Froese ("Quantum Gate") in 2017 ter gelegenheid van de 50ste verjaardag van de groep ontstond een nieuw concept voor de optredens. In het eerste deel werden oude klassiekers in een nieuw jasje gespeeld en het tweede deel bestond uit pure improvisaties, zoals ook in de begin jaren 70 periode gebeurde. "Recurring Dreams" laat horen hoe het eerste deel van de optredens klinkt, maar dan in de studio opogenomen. Stukken als "Tangram", "Horizon", "Phaedra"en "Stratosfear" zijn geen gewone covers: het zijn geweldige herbewerklingen. Het klinkt allemaal als nieuw.
De periode 1973-1979 betekende voor het Duitse trio een zowel artistiek als commercieel hoogtepunt. Albums als "Phaedra" en "Rubycon" zijn erkende klassiekers op het gebied van electronische muziek. Tangerine Dream waren pioniers in een niet eerder gehoorde muziekstijl (maar die veel navolging zou krijgen). Steven Wilson remasterde de zeven albums uit die periode op briljante wijze. Wilson maakte ook 5.1. surround mixen, welke terug te vinden zijn op de twee Blu-Ray's. Daaraan toegevoegd zijn maar liefst 9 CD's zijn met niet eerder uitgebracht materiaal: o.a. het theaterproject Oedipus Tyrannus en drie complete concerten uit 1974 en 1975). Samen met het boek is deze set een absolute must voor de Tangerine Dream liefhebber van het tweede uur (voor het Virgin debuut "Phaedra" waren er al vier albums verschenen op het Duitse Ohr label). Voor een complete tracklijst en uitvoerige recensies verwijzen we naar bijgevoegde weblinks. (GT, Muziekbank)
"Sakamoto cites nature, everyday objects, and sculptures as influences on "Async", and its pieces incorporate recordings made outdoor as well as at museums, including a sound sculpture designed by Harry Bertoia. In addition to Sakamoto's piano playing and electronic processing, "Async" features intimately recorded acoustic instruments (including a shamisen and a singing bowl), guitar/laptop wizardry from Christian Fennesz, and orchestral elements. The focus was to combine musical as well as non-musical sounds, and it seems to function as scenes from daily life as well as musical compositions. As the album title suggests, the individual parts of most of the album's pieces move at different rhythms or intervals, making them seem random at first. As academic and non-emotional as all this might seem, Sakamoto still approaches his work from a human perspective, and there's more melody than there might appear on the surface. The album might be sparse, but it isn't hollow." (Paul Simpson, Allmusic; 4 uit 5 sterren)
Na de indrukwekkende box "In Search Of Hades", waarin de periode 1973-1977 werd weergeven, is dit het vervolg. In deze box gaat het om de periode 1980-1983. Behalve de reguliere albums (Tangram, Thief, Exit, White Eagle, Logos en Hyperborea) bevat deze set vele extra's, die niet eerder op CD verschenen. Zoals de 12-inch single Das Mädchen Auf Der Treppe, de 7-inch single Daydream/Moorland, de nooit eerder uitgebrachte soundtracks van The Soldier en The Keep en voor het eerst op CD het complete optreden van 6 november 1982 in het Dominion in London (dat in samengevatte vorm als Logos verscheen). In deze periode, waarin Johannes Schmoelling de plaats innam van Peter Baumann, ontwikkelde de muziek van Tangerine Dream van de voornamelijk geïmproviseerde muziek uit de vorige periode naar meer gestructureerde composities. Naast de schijfjes bevat de set ook een schitterend foto boek. (GT, Muziekbank)
"After the cosmic collaboration with David Gilmour, Metallic Spheres (2010), The Orb come back down to earth with a bump for "C Batter C". Its effectively a soundtrack for a film and an exhibition. The rather beautiful-looking CD and DVD deals with the persistence of memory and the fragility of these over time. The DVD has the complete video installation from the exhibition, a moving and meandering trip of over half a century ago. This old footage is intermixed with new film from 2010, blending and overlaying the images together to see the change in locations over time and in some cases how they have hardly changed at all. The Orbs music fits wonderfully with the images, but we must turn to the CD to see if it stands on its own merits. The audio section of this release contains the original soundtrack plus various remixes. This reminds of Brian Enos 70s work, to the instrumental pieces on David Sylvians "Gone To Earth" album and to the sound of later Test Department albums. (Gary Parsons, Freq.org)
"Wat een prachtige muziek laat Shepherd kaatsen tussen jazzcombo en strijkkwartet. Soms doen de composities denken aan de etherische elektrische jazz van Miles Davis, maar dan tikken de strijkers de zwevende lijnen weer tussen de maatstrepen, in ritmische 'minimal' die refereert aan Steve Reich, Terry Riley en John Adams. Unieke en eigenlijk volmaakt genre-vrije muziek, die de dance en elektronica hooguit toelaat als een van de vele stijlvormen. Sam Shepherd (24) is een nieuwe grootheid in de Britse dance, en een jongen met een indrukwekkend cv. Hij studeerde klassieke piano en jazz, en promoveerde als neurowetenschapper. Dat we van Floating Points de komende jaren nog heel veel gaan horen wordt wel duidelijk in het bijna een kwartier durende nummer waarin toch nog de pulserende kracht van de dance wordt aangeroepen: een tot opwindende jazz en klassiek versneden stuk soulvolle Detroitse oertechno." (Robert van Gijssel, n.a.v. het Floating Point-optreden op het festival Catch in Utrecht, oktober 2015)
"Nog niet halverwege de heerlijke popcollageplaat Knock Knock van DJ Koze hadden we al een vliegreis geboekt om te zoeken naar het Spaanse dorpje waar Stefan Kozalla zijn inspiratie vindt. De hypnotiserende housesingle Pick Up gaf de doorslag, al waren we al helemaal mee na de tweede track Bonfire, een fenomenale herwerking van Bon Ivers Calgary. José González lijkt uit een klingelklangelend muziekdoosje te komen in Music on My Teeth. En Baby (How Much I LFO You) is dan weer het soort soulvolle hiphopsong waarop J Dilla danst in zijn graf. Deze plaat is gemaakt voor dat gouden uurtje waarin de ondergaande zon alles in een gelukzalige oranje gloed zet". (HUMO).
Op de voorzijde van de hoes staat een aanvullende beschrijving die goed weergeeft waarmee we hier van doen hebben: "Five legendary performances hand-tooled into a full-scale Orbital experience of over two hours". Het is daardoor een soort 'greatest hits' in live-formaat, waarbij de tracks zó achter elkaar zijn geplaatst dat je het gevoel hebt dat je naar één concert luistert (en kijkt, want op de DVD staan dezelfde tracks, maar dan met de beelden, zoals die indertijd op de festivals door de BBC geschoten zijn). Bekende Orbital-nummers - bubbelende 'vriendelijke' en verrassend melodieuze en warm aangeklede techno-floorfillers als "Halcyon", "The Box" (de korte versie) en "Satan" komen natuurlijk voorbij.
"De jonge toetsenist/producer Nils Frahm maakt verstilde pianomuziek, met romantische improvisaties en vaak licht zwevende motieven. Samen met celliste Anne Müller verenigt Frahm licht klassieke solocello met minimal techno. Of polyfone, langzaam groeiende cellomelodieën met teder geritsel. Slechts tijdens "Because This Must Be" krijgen belletjes en een jeremiërende cello bruuske opvolging van een bombastisch schijnorkest. Wat voornamelijk bijblijft is die altijd warme, veelkleurige sound dankzij de welgekozen (elektrische) pianoklanken, gebruinde bas, vage kindergeluidjes, tsjirpende vogels, prettige tikjes en een bijna constant aanwezige ruis. Het klapstuk zit achteraan "7fingers". Als de vocalen van Andreas Bonkowski en de woelige beat zich net achter elkaar voegen na de uit frases opgebouwde cellomuur, zit het gevaarlijk dicht tegen Radiohead aan." (Tim Sprangers, Volkskrant; waardering: 4 uit 5 sterren)
"All five tracks are descendants of the manic style once called drill n bass: The drums skip and stutter, bouncing like ball bearings in an earthquake. Its a safe bet that no two bars are alike, though it would take a forensic analyst to map the minuscule variations of his splintered rimshots and blood-spatter drum drip. His rhythms have never been more dynamic: Hes taken the slow-fast lurch of classic drum n bass and fractured it into ever tinier shards, with kicks and snares setting off percussive chain reactions and elastic triplet patterns being pulled taut into zippers of pure buzz." (pitchfork.com)