Op Lowlands 2014: "Now, bring me that horizon, mompelde Jack Sparrow in 2003 in de eerste Pirates Of The Caribbean, en daar hadden zanger Oliver Sykes en gitarist Lee Malia hun bandnaam. Net zo onvervaard als Sparrow en zijn mannen schuimden de vijf Yorkshire lads vervolgens de wereldzeeën af met hun steeds epischer klinkende mix van death metal, hardcore en emo. Vooral dat laatste ingrediënt onderscheidt het steeds beter wordende Bring Me The Horizon van de concurrentie." "Bring Me The Horizon is op dit album meer metal dan ooit. Luister maar naar "Anthem" en je weet dat de graatmagere, volgetatoeëerde Britten het laatste jaar veel naar Machine Head hebben geluisterd. De samenwerking met de Canadese electropopzangeres Lights op "Dont Go" pakt verrassend goed uit. Sikes spuwt zijn woorden uit, terwijl Lights vol overgave de rol van meisje-meisje speelt. Bring Me The Horizon laat met deze CD zien meer te zijn dan die band die je alleen live gaat bekijken vanwege alle gekke capriolen." (Tim Veerwater, Oor)
"Now, bring me that horizon, zei Jack Sparrow in de film Pirates Of The Caribbean: The Curse Of The Black Pearl. En juist horizonverbredend is een van de termen die past bij deze band. Met elk van de vijf full-lengths bewoog de Britse formatie zich verder van de deathcore. De bijdrage van de gitarist beperkt zich niet tot heavy akkoorden, maar er zijn ook veel fraaie postrockeffecten aanwezig, zoals in het deels Editors-achtige "What You Need". In het donkergetinte "Blasphemy" zit zelfs een bluesrocksolo. "Thats The Spirit" is een frisse, energieke, organische plaat die een groot publiek zal aanspreken. Middels toegankelijke rocksongs met meezingrefreinen verwelkomen de Britten ongetwijfeld veel nieuwe fans. Een aantal fans van de eerste albums zal de Britten bekritiseren dat ze nu te soft klinken. Bring Me The Horizon doet met dit vijfde album echter het enige juiste: ongeacht wat anderen van je vinden, je eigen hart volgen en geloven in jezelf. Thats the spirit!" (Jeffrey, Metalfan.nl; score: 82/100)
"Goed, het is 2019 en dus is het logisch dat Bring Me The Horizon een album vol electropop gemaakt heeft. Echt waar. Eerste single MANTRA is nog een soort overgangsnummer, maar vanaf nihilist blues waarop Grimes gezellig meedoet gaat de voormalige metalband helemaal los met synths en andere elektronische toeters en bellen. Dat werkt in dit specifieke geval overigens best goed, omdat er halverwege toch nog wat gitaren te horen zijn en er een Bring Me The Horizon-sausje over het nummer hangt. Hetzelfde geldt voor wonderful life, waarop we ook metalgrootheid Dani Filth horen, en medicine, beide tracks waarin frontman Oliver Sykes excelleert en zelfs de autotune niet (teveel) afleidt van de zeer aardige tekstuele vondsten." (OOR)
"Waar eerder Deafheaven en Zeal & Ardor de metal verbonden aan shoegaze en blues, legt nu de band Chat Pile uit Oklahoma een fris verband tussen de aloude postpunk en de hardst denkbare rock. Op het weergaloze debuut God’s Country klinkt Chat Pile soms als het Ierse Fontaines D.C.: net zo aanstekelijk, maar drie tandjes bozer. Chat Pile laat de laag afgestemde gitaren knallen in industriële noise, die ook lijkt geleend uit het oeuvre van de illustere herrieband Big Black. De vocalen van de zanger met de artiestennaam Raygun Busch brullen soms als die uit de hardcore, maar vaker worden de teksten gedeclameerd alsof het een vakbondsleider op een zeepkist betreft. In het steeds hakkender en opwindender anthem Why stelt Chat Pile eenvoudige vragen: ‘Waarom moeten mensen op straat leven, terwijl overal om hen heen gebouwen staan, zonder mensen erin maar met de verwarming aan?’" (door Robert van Gijssel voor de Volkskrant)|
"Sumerian Records liet een aantal artiesten uit de labelstal liedjes van Florence + The Machine coveren. Platenbaas Ash Avildsen zegt er het volgende over: Ik ben enorm gecharmeerd van "Ceremonials" van Florence + The Machine. Dat is een van de meest tijdloze albums in jaren. De bijzondere zang, de composities en de teksten hebben ervoor gezorgd dat ik direct verliefd werd op die plaat. Het is tevens één van de zwaarste albums die in jaren is uitgekomen Dan doel ik niet op harde gitaren en grunts, maar op de manier waarop de liedjes je laten voelen. De emoties in de stem van Florence Welch komen hard aan. Ik wilde mijn bands de kans geven om hier een eigen draai aan te geven en zodoende een nieuwe doelgroep aanboren. Vrijwel alle tracks op deze plaat zijn covers van "Ceremonials". Alleen Stick To Your Guns heeft "Dog Days Are Over" onder handen genomen en dat nummer staat op "Lungs"." (Up Magazine) Muzikaal variëren de bands nogal, van progmetal tot metalcore tot emocore tot gothic-beïnvloede altrock.
"The amazing thing is that "Infinity Land", their third record in three years' time, sounds so complex at times that you'd have thought it would have taken them years to complete. The album, which was produced by the band and with the help of Foo Fighters and Feeder producer Chris Sheldon, is crammed with 13 sprawling songs that are a testament to the Scottish trio's work rate. The genius of "Infinity Land" is the band's ability to lace sweet sounding melodies with brutal guitar riffs, heavy drum-rolls and unpredictable stop start arrangements. Nearly every song is unpredictable. Even the album's heaviest number "Theres No Such Thing As A Jaggy Snake" completely trips you up with its melodic twists. As a result Biffy Clyro can only be applauded for pushing the boundaries so brilliantly. Infinity Land is without doubt the band's finest material to date." (Damian Jones, BBC Music, 2004)
"De hereniging met producer Ross Robinson is een meesterzet en maakt dat dit nieuwe album een ware verademing is. Robinson is er immers in geslaagd om bepaalde elementen van het roemrijke "Roots" opnieuw in de sound van Sepultura te krijgen. Alles klinkt trouwens ook voller, warmer, rijker en vooral vetter. Met opener "Trauma Of War" weet je als luisteraar al meteen waar je aan toe bent. Een uppercut van jewelste die je spontaan doet terug denken aan je allereerste moshpit. De prelude van "The Vatican" lijkt dan weer perfect geschikt voor een plaatsje op de soundtrack van de betere horrorfilm. Vanaf "Manipulation Of Doom" wordt er opnieuw geflirt met de percussie die van "Roots" indertijd zo'n succesalbum heeft gemaakt. Kortom: anno 2013 is Sepultura er wonderwel in geslaagd de vinger aan de pols te houden en Eloy Cassagrande is een méér dan waardige opvolger van Igor Cavalera." (Jeroen, Festivalblog.be; score: 80/100)
Op Pinkpop 2017 "Een monsterlijke, genreoverstijgende plaat. De muzikale basis van de band is nog steeds metalcore, maar die term dekt het totaalplaatje helemaal niet meer. De platenmaatschappij haalt vergelijkingen met Pantera en Slipknot aan en wat energieniveau betreft klopt dat zeker. Op muzikaal niveau zou ik daar graag nog DevilDriver en vooral (de meest melodieuze kant van) Machine Head aan toe willen voegen. Feit is dat The Charm The Fury een volledig eigen smoel toont. De plaat staat bol van de maatschappijkritiek en klinkt woest van begin tot eind, met uitzondering van powerballad "Silent War". Blikvanger is en blijft natuurlijk Caroline Westendorp die zich door de nummers heen brult, gromt, grunt en zingt. Nog meer dan op het debuut uit 2013 toont Westendorp haar vocale kwaliteiten en die zijn er in de loop der jaren alleen maar beter op geworden. Sterker nog: we moesten echt drie keer kijken of er, net als op het vorige album, écht geen gastzangers aan te pas waren gekomen." (Zwaremetalen.com)
Debuut-EP van Enschedese band, die van zich zelf zegt een mengsel van de volgende stijlen te produceren: post-hardcore, alternative rock, pop-punk, easycore, popcore, electronic rock. Invloeden die het viertal aanhaalt zijn: Pierce The Veil, Sleeping With Sirens, Bring Me The Horizon, The Used, Memphis May Fire, Letlive, 30 Seconds To Mars. Wij horen een afwisselende vorm van popmetal, afgemaakt met toefjes hardcore, een beetje screamo of steviger metal. Van een vet commercieel geluid is het kwartet ook niet vies, getuige het feit dat het catchy "Edge Of The World" ook in dance-remix-vorm is toegevoegd. Eerder al had de band van het heftige, met screams doorspekte "Dirty Shirley" al een eigen beheer-videoclip gemaakt. De song is hier als bonus in geremasterde vorm toegevoegd. Zomer 2014 doet de band pogingen om aan De Grote Prijs Van Nederland mee te doen.
"Deze hardcoremetal is inderdaad kunstig uitgebalanceerd: de energie van hardcore versmolten met de techniek van moderne metal. Sterke troef is de woeste grom van de zanger. Met cover van "Welcome To The Machine" van Pink Floyd." (naar AS)
Bionic was een Canadese metalcore band rond zanger/gitarist Jonathan Cummins. Die Cummins is een vrij bekend persoon in de Canadese alternatieve muziekwereld; hij speelde ook in Circus Lupus, Besnard Lakes, Treble Charger en Doughboys. Met Bionic haakt hij in op de rond de eeuwwisseling behoorlijk populaire mengeling van elementen uit hardcore en punk met 'alternative rock' en metal.
" Killswitch Engage is in 1999 opgericht. Ze spelen melodieuze metalcore en brachten tot nu toe vier albums uit. Het vijfde werkstukje van de band is, vreemd genoeg, het tweede selftitled album. Maakt mij verder niet zoveel uit. Wat belangrijker is, is dat de band steeds verder van het rauwe werk uit de beginperiode af komt te staan. Steeds meer cleane zang maakt de band melodieuzer, terwijl de teksten diepgravender en zwaarder zijn geworden. Veranderingen die, wat mij betreft, de muziek veel goed doen. De cleane zang klinkt warm en vormt een prima combi met het brullende geschreeuw. Het geluid is vol en behoorlijk afwisselend en uit de teksten blijkt dat de band ook best wat te melden heeft. Toch zijn ook de stuwende, doordreunende melodielijnen nog steeds aanwezig. (Remi Peterse - Zware Metalen)|