"Een enkele uitzondering daargelaten gaat postpunk lastig samen met achtergrondzangeressen en blazers. Het goede nieuws is dat dit debuut van Deadletter geen achtergrondzangeressen heeft, maar wél een blazer. ’We’ve got a saxophone and we’re gonna bloody well use it’, moeten de zes bandleden hebben gedacht. Het ding bedient zich enkel van zuivere tonen en dus niet van virtuoze uithalen. Meer goed nieuws is dat "Hysterical Strength", genoemd naar bovenaardse krachten die loskomen in geval van uitzinnige stress, een heel sterk en toegankelijk debuut is van de band uit Yorkshire. Ze benoemen de misstanden van de huidige maatschappij, en dan met name die in post-Brexit UK. ‘The state of things is atrocious!’ aldus zanger Zac Lawrence. Meermaals smeekt hij om de interventie van een hogere macht, zo ook in "Deus Ex Machina", het meest opruiende en explosieve nummer. Waar de gitaren alle vrijheid krijgen plezierig te ontsporen, houden zowel de ritmesectie als de vocalen alles loeistrak in het gareel." (OOR)
"STONE is een veelbelovend Brits postpunkbandje dat gebalde woede omvormt tot gepolijste pop. In 2020 imponeerde het viertal uit Liverpool met "Leave It Out", onversneden razernij verpakt in authentiek Scouser-accent en terzijde gestaan door een intense baspartij die alle rottigheid nog even aanzette. De slijptol blijkt op "Fear For A Lifetime", hun debuutalbum, inderdaad ongebreideld te zijn losgegaan met nietsontziend smergelen, waarmee het oorspronkelijke STONE goeddeels de nek is omgedraaid. Ondanks de veelbelovende, ultrakorte titelopener en een incidenteel in-between-liedje daargelaten ("Never Gonna Die" en "Save Yourself"), dragen we de postpunkers hierbij dan ook ceremonieel te grave. Maar er is wel een fris, enthousiast en toegankelijk popbandje opgestaan, eentje met een bite bovendien, dat excelleert in catchy deuntjes. De metamorfose is daardoor eigenlijk best een geslaagde." (OOR)
"'Met het oog op het naderende einde van de wereld', schreef zanger Jaz Colemann december 2012 op de bandsite van Killing JOke, 'kan ik met veel genoegen een nieuwe singlesverzamelaar aankondigen. Fuck de Maya's!' De notoire doemdenker voegde er doodleuk aan toe dat er in 2013 ook een nieuw album, een boek en een wereldtour op het program staan. Coleman in een notendop: Een onheilsprofeet die het einde der tijden aankondigt, ook op het symbolisch getitelde album "MMXII" en dan net zo makkelijk over de betreffende doemsdag heenstapt. Het is ook de houding die Killing Joke al meer dan 30 jaar uitstraalt: compromisloos, anarchistisch, fatalistisch, maar ook 'als we ten onder gaan, dan wel in volle glorie'. Dat hoor je terug in deze compilatie, die tevens een aardig beeld geeft van hoe het bandgeluid ontwikkelde van postpunk naar industrial georiënteerde metal. Meer dan 3 uur aan materiaal, met naast de 33 singles niet eerder uitgebracht materiaal, veel remixen, demo's en live-opnamen." (Raymond Rotteveel, Oor)
"Wat een wonderbaarlijke wedergeboorte maakt Bob Mould de laatste jaren toch door. Na een periode vol experimenten met elektronica in de jaren nul hervond hij zichzelf muzikaal in 2012 met het heerlijk hard rockende Silver Age en vervolgde deze met het al net zo uitstekende Beauty And Ruin twee jaar later. Nog eens twee jaar later is het alweer raak met Patch The Sky, zijn elfde soloalbum. De opvallende muzikale wedergeboorte viel samen met het verschijnen van zijn ijzersterke en zeer open biografie en de back-to-rock-form van Silver Age en Beauty And Ruin uit 2014. Met Patch The Sky zet hij zijn zegetocht voort. Gelijk met albumopener Voices In My Head is dat duidelijk. Geweldige melodie en zanglijn gecombineerd met een heerlijke energie en drive. Als je nog een keer afvraagt waar David Grohl toch zijn inspiratie voor Foo Fighters vandaan haalde heb je het antwoord. De rest van de songs knalt al net zo overheerlijk uit de speakers. Punkrock zoals punkrock gespeeld dient te worden." (Written In Music)
"Het ontbreken van de angst om commercieel uit de hoek te komen is wat deze band uit Leeds onderscheidt van de vele andere postpunkbands met hoekig gitaarspel en ongeïnteresseerd klinkende praatzang. Nog meer dan op debuutplaat "The Overload" uit 2022 zijn de songs hier ritmisch afwisselend, tekstueel interessant en op typisch Britse wijze onderkoeld gedeclameerd. Te swingend voor punk ("Grifter's Grief"), te lomp voor postrock ("The Undertow"). Het absolute hoogtepunt is "Dream Job", dat op z'n meest funky momenten doet denken aan Ian Dury of Talking Heads. Yard Act steekt met "Where's My Utopia?" z'n middelvinger op naar mensen die bands bij een major label verwijten sell-outs te zijn. De simpele realiteit is dat ook muzikanten graag brood op de plank hebben. En zo ja, soms ook gewoon gigantisch goede hits schrijven." (Lust For Life; 4 uit 5 sterren)
"De vader aller Britse postpunkbands mag dan met tussenstops al 40 jaar aan de gang zijn, de creatieve bron weigert op te drogen. Vóóruit moet 't en vóóruit zal 't. Het bevlogen "Wire" (2015), bevatte met "In Manchester" het beste Wire-popliedje (let wel: das iets anders dan een gewoon popliedje) van de 21ste eeuw. Op "Silver/Lead" staat trouwens ook zon fraai exemplaar: "Short Elevated Period". Minstens zo catchy. De rest van de plaat is, het zat eraan te komen, Wire-volgens-het-boekje. Sierlijk kruisende gitaren, hard klappend drumwerk, zoetig-melodieuze (Colin Newman) dan wel zakelijk-brommende zang (Graham Lewis) en een gevoel voor sfeer en structuur die je nergens anders in de popmuziek hoort. Waarbij de tekstuele aanpak nog precies zo ongrijpbaar is als in de prille Wire-jaren: horen we hier fijne ironie, omfloerste maatschappijkritiek of gewoon abstracte woordkunst? Van alles een beetje, vermoeden we, plus wat gedecideerde oudemannenwijsheden. Intrigerende plaat. Alweer." (Erik van den Berg, Oor)
"Je moet maar durven, je debuutalbum openen met een drone van een dikke minuut. Ware het niet dat dit natuurlijk helemaal geen debuut is: Preoccupations is Viet Cong zonder politiek incorrecte bandnaam. En laten we gelijk maar het eindoordeel vellen: dit is een Hele Spannende Plaat. Met het loodzware "Anxiety" trekken de Canadezen je hun gitzwarte universum binnen. Matt Flegel is met zijn diepe stem en overheersende basspel de onbetwiste voorganger van de heilige postpunkmis die volgt. "Memory" klokt 11:28 en verschiet gaandeweg van kleur als een kameleon op hete kolen (die uiteindelijk verzuipt in 5 minuten noise). Het nummer verenigt drie skills die deze mannen tot in de puntjes beheersen: goede liedjes schrijven, sfeer creëren en de luisteraar op het verkeerde been zetten. Na deze proeve van bekwaamheid stuitert de plaat van furieus gitaarspel ("Degraded") via een Josh Homme-achtige kopstem ("Sense") naar het met fabelachtige hooks volgestouwde "Stimulation". 40 minuten zwelgen." (Tom Springveld, Oor)
"These ten songs are, quite simply, stone-cold landmarks, the whole album a monument to passion, energy, and cathartic despair. Martin Hannett's deservedly famous production emphasizes space in the most revelatory way since the dawn of dub. But even though this is Hannett's album as much as anyone's, the songs and performances are the true key. Bernard Sumner redefined heavy metal sludge as chilling feedback fear and explosive energy, Peter Hook's instantly recognizable bass work at once warm and forbidding, Stephen Morris' drumming smacking through the speakers above all else. Ian Curtis synthesizes and purifies every last impulse, his voice shot through with the desire first and foremost to connect. Pick any song: all visceral, all emotional, all theatrical, all perfect -- one of the best albums ever." (Ned Raggett, Allmusic) Op CD2 een concertopname van 13 juli 1979, gemaakt in The Factory, Manchester. De kwaliteit van die live-opnamen is geen hifi, maar voldoende om de intensiteit voelbaar te maken.
"Wat een levenslust is er plots weer merkbaar bij die onvermoeibaar doorzeurende Mark E. Smith. Wat heet, sommige tracks van "Fall Heads Roll" kunnen zich, vinden wij, qua energie, boodschap en gedrevenheid ("What About Us?", "Assume", "Blindness", "Youwanner") meten met zijn beste werk van "Slates" (1981) en "Hex Enduction Hour" (1982). Niemand zal echter om de ironie van de ballade "Early Days Of Channel Führer" heen kunnen. Smith blijft hiermee moeiteloos mijn favoriete geweten én working class hero, en een schoolvoorbeeld voor vakbondsman Van Der Scheur op de barricaden. Dat zijn band strakker dan ooit is en hij met de heerlijke cover van "I Can Hear The Grass Grow" van The Move uit 1967 een brug slaat tussen punk- en hippietijd, doet de toegankelijkheid van deze CD alleen maar toenemen. Misser "Breaking The Rules", met dat afgrijselijke orgeltje, is hem bij deze vergeven. The Fall blijft onverwoestbaar. Wijlen John Peel zou trots zijn geweest." (Willem Jongeneelen, Oor)
"Priests (Washington D.C.) is activistisch en politiek en trekt ten strijde tegen klassieke punkboosmakers als 'het kapitalisme' en horkerig machogedrag. 'Maar', zegt frontvrouw Katie Alice Greer in Rolling Stone, 'alles is politiek. Zeggen dat muziek politiek is, is net zoiets als stellen dat muziek geluid heeft.' Zo kennen we de punk weer. We kunnen maar beter luisteren naar Priests, want deze plaat is een topper. Opener "Appropriate" refereert aan postpunk, Siouxsie and the Banshees en Savages. Los daarvan maakt Priests van experimenteel hakkende gitaren, plukkende basloopjes en saxofoonherrie heel strakke en vuistpompende punk-anthems. Dit debuut verscheen een week na de inauguratie van Donald Trump. In "Pink White House" laten de bandleden weten hoe ze denken over Trump in het algemeen en de Amerikaanse verkiezingen in het bijzonder: 'A puppet show in which you're made to feel like you participate.' Priests speelt 27/5/2017 op London Calling in Paradiso, Amsterdam." (Robert van Gijssel, Volkskrant)
"If "Unknown Pleasures" was Joy Division at their most obsessively, carefully focused, "Closer" was the chaotic explosion that went every direction at once. Producer Martin Hannett seems to have taken as many chances as the band itself -- differing mixes and atmospheres, new twists and turns define "Closer", songs suddenly returned in chopped-up, crumpled form. Opener "Atrocity Exhibition" was arguably the most fractured thing the band had yet recorded, Bernard Sumner's teeth-grinding guitar and Stephen Morris' Can-on-speed drumming making for one heck of a strange start. Keyboards also took the fore more so than ever -- the drowned pianos underpinning Curtis' shadowy moan on "The Eternal," the squirrelly lead synth on the energetic but scared-out-of-its-wits "Isolation," and above all "Decades". Joy Division were at the height of their powers. Rock rarely sounded so important, vital, so impossible to resist or ignore as here." (Ned Raggett, Allmusic) Met nogal non-HiFi live-CD, opgenomen in februari 1980.
Wie het originele "Silent Alarm" album kent, dient zeker dit album met remixes te beluisteren. De post-punk-newwave van deze Britse band wordt door diverse remixers van een verrassend dance tintje voorzien, zonder dat het originele geluid helemaal verloren gaat. OOR schreef destijds over het originele album: "Popmuziek voor lichaam en geest. Nooit gemakkelijk, altijd verrassend, nergens saai, soms opvallend kaal. Maar meestal onweerstaanbaar groovy. De dungesneden arbeidersfunk van Gang Of Four klinkt duidelijk door." (GT, Muziekbank)