Deel uitmakend van de Aangenaam Klassiek-actie 2013: "Al vijfentwintig jaar weet Amsterdam Sinfonietta internationaal de aandacht te trekken met kamermuzikale vertolkingen op het scherpst van de snede. Om het jubileum te vieren combineert het strijkorkest Rudolf Barshai's kamerorkestbewerking van het Tiende strijkkwartet van Sjostakovitsj met een indrukwekkende Concertino uit 1948 van diens goede vriend Weinberg. Amsterdam Sinfonietta ontdekte dit nimmer uitgevoerde meesterwerk en bracht het in 2009 in première. De bijgevoegde DVD over vijfentwintig jaar orkestlief en -leed verklaart waarom de uitvoeringen van dit strijkorkest van zon dwingende schoonheid zijn." In die documentaire gaan Thompson en haar collega's inderdaad uitgebreid in op de unieke benaderwijze van het ensemble, dat zich nadrukkelijk als een (expres dirigentloze) grote kamermuziekgroep ziet en niet als klein orkest.
Deel uitmakend van de Aangenaam Klassiek-campagne 2014: "Camerata Royal Concertgebouw Orchestra is al het goede dat het Koninklijk Concertgebouworkest te bieden heeft, maar dan in ensembleformaat. En dat ensemble komt telkens weer met bijzondere projecten. Zo gaat het gezelschap nu Mahlers laatst voltooide symfonie op een unieke manier te lijf, onder leiding van Gustavo Gimeno, die dit jaar bij het Koninklijk Concertgebouworkest als vervanger van Mariss Jansons een verpletterende indruk achterliet. De Duitse pianist en dirigent Klaus Simon bewerkte na de 'Eerste en de Vierde Symfonie' ook de indrukwekkende 'Negende' voor ensemble. In de eerste registratie ooit van deze ensembleversie onthult de Camerata de onweerstaanbare kamermuzikale pracht van Mahlers wereld."
Zoltán Kodaly's kamerorkestwerk Zomeravond staat op 21 februari 2014 op het programma van een concert door het Nederlands Symfonie Orkest in het Enschedese Muziekcentrum. Het is een vroeg werk van Kodaly, geschreven ten tijde van zijn eindexamen aan het conservatorium (1906), waarin hij melodieën en ritmes uit Hongaarse volksmuziek verwerkte. In 1930 maakte hij de gereviseerde versie zoals die nu nog gespeeld wordt. Het Hongaarse rondo werd in 1917 gecomponeerd, maar ging pas 59 jaar later in première. Het leent volksmelodieën - niet van de plattelandsmuziek waar zowel Kodály als Bartok uitgebreide studies op deden, maar van zigeunermuziekgroepen. Suks strijkersserenade stamt uit 1892, toen de componist nog maar 18 jaar oud was. Er zijn minieme sporen van Tsjechische volksmuziek hoorbaar, maar de belangrijkste invloed is Dvoraks strijkersserenade uit 1875. Dvorak was overigens Suks schoonvader. (naar de hoestekst van Anthony Burton)
Twee Nederlandse symfonieën uit de 19de eeuw, uitgevoerd door het Radio Kamerorkest o.l.v Ed Spanjaard (Zweers) en Anthony Halstead (De Lange). Bernard Zweers (1854-1924) werd geboren als zoon van een muziekhandelaar en was in het begin autodidact. Sinds zijn vroege jeugd had hij last van tinnitus (oorsuizen). Desondanks begon hij als 14-jarige met het componeren van kamermuziek. Bepalend voor zijn muzikale ontwikkeling was het bijwonen van de Berlijnse première van de Ring des Nibelungen van Wagner in 1881. In tegenstelling tot zijn Tweede Symfonie lijkt zijn eersteling geïnspireerd door vroegere bronnen, met name Haydn, Beethoven en Mendelssohn. Daniël de Lange (1841-1918) kwam als tweede zoon in een muzikale familie ter wereld. Zijn vader Samuel sr. speelde een belangrijke rol in het Rotterdamse muziekleven. Daniël studeerde cello in Brussel en werkte in Parijs, waar hij o.a. Berlioz, Bizet en Massenet ontmoette - aan die laatste zou hij zijn eerste symfonie opdragen. (Bron: cd-boekje).
Jan William van Otterloo (Winterswijk, 27 december 1907 Melbourne, 27 juli 1978) was een Nederlandse dirigent en componist. Hij was de vader van dirigent en componist Rogier van Otterloo en de grootvader van jazzsaxofonist Thijs van Otterloo. (...) Van Otterloo zette zich bijzonder in voor Nederlandse componisten als Diepenbrock, Pijper, Hendrik Andriessen, Badings, Frid, Orthel, Voormolen en vele anderen. Werk van Vermeulen heeft hij echter altijd gemeden. Zijn eigen compositorisch oeuvre werd gewaardeerd, maar is beperkt gebleven, omdat hij - naar eigen zeggen - daarvoor te weinig tijd had en zijn ambitie meer op dirigeren was gericht. (wikipedia)
Purcell opent de rondgang door de zeventiende en achttiende eeuw; van hem klinkt de muziek bij het deels gezongen, deels gesproken theaterstuk 'King Arthur', een suite van tien nummers, veelal dansant, zeer afwisselend in sfeer en instrumentale bezetting, met als extreem nummer een 'frost dance', een winternummer waarin alles stijf bevroren klinkt. De titel van de cd, 'Muziek voor koningen, burgers en zigeuners', komt mede voort uit twee opvallende nummers 'zigeunerbarok'. Zowel Johann Schmelzer (1620-1680) als de altijd verrassend componerende Heinrich Biber (1644-1704) verwerkten in hun sonatas zigeunermotieven. Artistiek leider/violist De Vriend laat zijn barokviool en het strijkorkest, aangevuld met getokkelde dulcimer, klinken als een sappig zigeunerorkest. De vorsten worden geëerd in Bachs suite in D in de eerste versie zonder trompetten, en in de smartelijke klaagzang die Schmelzer schreef bij de dood van keizer Ferdinand III, die de Turkse legers vlak voor Wenen beslissend versloeg'.(Trouw 12/1/95).
"Naxos continues in its very fine tradition of bringing together brilliant, lesser-known soloists and equally skilled and underrated orchestras in this recording of five (out of 135) of Tartini's violin concertos. Violinist Ariadne Daskalakis and the Cologne Chamber Orchestra unite to produce a thoroughly enjoyable album. Playing on her 1769 Guadagnini violin, Daskalakis' vibrant and eloquent ornamentation absolutely sparkles. Her approach to the instrument, while still very much in the Baroque tradition, is powerful and warm. The slow middle movements of each of the concertos, which are quite vocal in quality, present long, spun musical lines and are played with as much thoughtfulness and tenderness as could be hoped for. Daskalakis' cadenzas, which are heard in all but the G major Concerto, are flashy but maintain the character and decorum established by Tartini. The Cologne Chamber Orchestra, led by Helmut Müller-Brühl, is equally deserving of praise." (M.D. Brownell, Allmusic; 5 uit 5 sterren)
'Het wisselspel tussen mineur en majeur bevestigt niet alleen Mozarts grote verbeeldingskracht, maar ook die van de solisten, die hun frases daarop meesterlijk weten af te stemmen. Volkomen overtuigend is ook de uitwerking van de vele crescendi in zowel de solo- als de orkestpartijen die Mozart in Mannheim tot de zijne had gemaakt.In deze vertolkingen domineert de jeugdige frisheid, die zich ook in Kreizbergs alerte dirigeerstijl manifesteert'. (www.opusklassiek.nl).
Drie werken voor strijkorkest van componisten afkomstig uit de Baltische staten, waarvan Peteris Vasks (Estland) de bekendste is. Het Ostrobothnian Chamber Orchestra is een van de belangrijkste kamerorkesten ter wereld. Het werd in 1972 opgericht door de Fin Juha Kangas, die tot 2008 de vaste dirigent van het gezelschap bleef. Het orkest begon als een groep met kinderen van 10-11 jaar oud. Kangas bleef met dezelfde groep talentvolle jonge muzikanten werken en gaf hen op die manier de gelegenheid om zich te ontwikkelen. Kangas en het orkest richtten zich met name op het uitvoeren van onbekend repertoire uit Noord-Europa.
Het Israel Chamber Orchestra werd opgericht in 1965, om het Israëlische publiek kennis te laten maken met muziek die voor hen nog onbekend was. Onder andere Rudolf Barshai en Luciano Berio waren chefdirigent van dit orkest. Vele bekende musici hebben als gastsolist opgetreden, zoals Mstislav Rostropovitsj, Itzhak Perlman, Pinchas Zukerman en Jean-Pierre Rampal. (Jewish Virtual Library).
Met o.a. Beethovens Grosse Fuge, Op. 133, in een orkestarrangement van Weingartner. Dit wordt op 23 september 2016 in het Muziekcentrum Enschede gespeeld door het Orkest van het Oosten. Hier hoort u het in de uitvoering door het kamerorkest Leopoldinum uit het Poolse Wroclaw. Ook de andere stukken op deze CD zijn zelden opgenomen of in de concertzalen gespeelde werken: het in Beethovens tijd onuitgegeven Concertstuk voor viool en orkest in C, WoO 5 en 10 walsen voor strijkorkest van Arnold Schönberg.