"Met zijn pianocompositie Davidsbündlertänze uit 1837 gaf Robert Schumann uiting aan zijn liefde voor Clara Wieck, en maakte bovendien duidelijk dat er 2 zielen in zijn borst huisden. Zijn onstuimige kant noemde hij Florestan, de milde, lankmoedige kreeg de naam Eusebius. Achter elk van de 18 deeltjes is aangegeven wie van de 2 aan 't woord is. Het NBE heeft het voor ensemble laten bewerken door Hans van der Heide en Micha Hamel. Bij de 8 aan Hamel toegevoegde variaties gaat hij aan de haal met de oorspronkelijke noten. Die zijn soms uitgesproken schumannesk, soms ook baldadig. Zo is er een jazzy Lazy Groove met een grauwende bastrombone en duiken er reminiscenties op aan Bach en Prokofjev, wiens Romeo en Julia met een zeer wijde muzikale bocht in het parcours wordt opgenomen. Zo schuilen er in deze versie geen 2, maar vele zielen. De teamgeest van het NBE manifesteert zich in sonore harmonieën, fraaie solo's en veel aandacht voor de woelige emotionele contrasten." (Frits vd Waa, Volkskrant; 4 uit 5 sterren)
Donemus Jubilee Series Composers' Voice CV 95, met muziek die in de periode 1993-1998 voor Orkest De Volharding is geschreven.
De nieuwe cd van Orkest De Volharding heet echter volkomen terecht Western Darlings, want de vier composities die er op zijn vastgelegd (alle van Britse makelij) vormen een solide swingend kwartet: muziek die licht verteerbaar is, maar wel de nodige voedingswaarde bevat. Van de vier componisten op de nieuwe cd is de voormalige Andriessen-student Steve Martland een goede bekende. Hij schreef eerder Shoulder to Shoulder voor De Volharding en het tweede deel uit zijn vierdelige Dance Works (1993/94) is de herkenningstune van het televisieprogramma Buitenhof. Dance Works, door Martland speciaal gearrangeerd voor De Volharding, kenmerkt zich door een mengeling van krachtige akkoorden in dwarse ritmen waarin een achtergrond van minimalisme, Stravinsky en pop is te herkennen. (...) De Volharding heeft er wat van de vroegere principes voor moeten opgeven, maar mede dankzij de aanstelling van een dirigent - Jurjen Hempel in dit geval - wordt er op deze cd voortreffelijk gespeeld.
Willem van Manen (Amsterdam, 3 september 1940) is een Nederlands jazzcomponist en -trombonist. Toen hij zeven was begon Van Manen met pianoles bij Johannes Röntgen. Daarnaast had hij ook trompetles. Toen hij vijftien was stapte hij over naar de trombone en studeerde hij bij Henk van Bergen. Verder studeerde hij sociologie. Vanaf 1955 is Van Manen actief als trombonist in de jazz, de geïmproviseerde muziek en de hedendaags klassieke muziek. Hij begon in oudestijlbands bij onder andere Hans IJzerdraads Western Jazz Group. Na zijn diensttijd volgden de modernere orkesten en ensembles van Theo Loevendie, Boy Edgar's Big Band, Hans Dulfer, de Instant Composers Pool, Willem Breuker, Leo Cuypers - en vaak groepen in de Duitse impro-scene. Ook richtte hij zelf orkesten op: Boventoon (Wessel Ilcken Prijs 1974), de Springband en de Contraband. (...)
Werken van Johan de Meij, met o.a. Jörgen van Rijen als solist in het T-bone Concerto. Als bonustrack de Rapsodia Borealis van Søren Hyldgaard. Een aanrader voor de liefhebbers van blaasmuziek. (WHH)
Johan de Meij als arrangeur (muziek van Liadov, Puccini, Verdi en Hyldgaard) en componist: De Dutch Maters Suite, Festive Hymne en Hobbits Dance and Hymn. Uitgevoerd door het jonge Spaanse blaasorkest Filharmonia (opgericht in 2002). Een pracht CD, niet alleen voor blazers!
Chopins "Marche funèbre" was het meest gespeelde werk bij Russische begrafenissen in de twintigste eeuw. Tijdens de Sovjetperiode werd kerkmuziek onderdrukt; de begrafenismis werd vervangen door een burgerlijke, atheïstische ceremonie. Bij uitvaarten van "minder belangrijke" personen kwam de muziek uit prehistorische luidsprekers. Als de overledene "belangrijk" was werd er live-muziek uitgevoerd. Hoe belangrijker de persoon, des te groter het ensemble. Maar Chopin ontbrak zelden. Er was ook muziek tijdens de Russische begrafenissen van voor de Communistische tijd. Omdat de Russisch Orthodoxe kerk instrumentale muziek verbood was de treurmuziek in de kerk volledig vocaal. Buiten de kerk mocht instrumentale muziek wel worden gespeeld, en deze kon bijzonder indrukwekkend zijn. Meestal werd de muziek voor dergelijke gelegenheden gearrangeerd. "Bij het graf" van Rimski-Korsakov was bijvoorbeeld oorspronkelijk geschreven voor een symfonieorkest; het Andante Cantabile van Rachmaninov voor piano. (Bron: tekstboekje).
Het KlarinetNsemble is een klarinet-orkest met alle leden van de klarinet-familie, van es-klarinet tot contrabasklarinet. Het orkest werd in 1991 in Hilvarenbeek opgericht en wordt vanaf het begin af aan geleid door Maarten Jense. Het bestaat uit in totaal 22 klarinettisten, voornamelijk amateurs op het hoogste niveau, aangevuld met enkele professionele spelers. Op deze CD werkt men samen met een bijzondere solist: de Enschedeër André Kerver. Die speelde jarenlang in het Orkest van het Oosten en het door hem mede-opgerichte Valerius Ensemble. Sinds hij problemen met zijn ogen kreeg legt hij zich vooral toe op geïmproviseerde muziek met Borboleta Music. Deze CD opent met het welbekende voor orgel geschreven Toccata en Fuga van Bach, bevat twee werken van Jense en Roemeense volksdansen van Bartók. Met Kerver wordt een deel van Mozarts Klarinetconcert gespeeld, alsmede werken van Piazzolla en Eric Vloeimans. Grote gemene deler is de weldadige warme gloed die de blazers samen aldoor opwekken met hun orkestklank.
Het NBE werd opgericht in 1959 door Thom de Klerk (1912-1966), eerste fagottist van het Concertgebouworkest die als docent aan het Conservatorium van Amsterdam een studenten blaaskwintet formeerde met Martine Bakker (fluit), Edo de Waart (hobo), George Pieterson (klarinet), Joep Terwey (fagot) en Jaap Verhaar (hoorn). De Klerk wilde de groep uitbreiden om blazersserenades te kunnen uitvoeren, zoals die van Mozart, Dvořák en Gounod. Hij had de ambitie om van het ensemble het "I Musici" te maken, maar dan voor blazers. De kern van het NBE was een blaasoctet (twee hobo's, klarinetten, fagotten en hoorns), maar het ensemble werd regelmatig uitgebreid tot grotere afmetingen. Toen De Klerk overleed in oktober 1966, nam Edo de Waart zijn rol over. De Waart had het ensemble in 1962 verlaten om zich te concentreren op het dirigeren. Han de Vries en Werner Herbers speelden hobo in het ensemble sinds de uitbreiding. Gedurende deze periode maakte het ensemble vele opnamen. (Wikipedia).
De in Ootmarsum geboren Jeroen Weierink studeerde aan de conservatoria van Enschede en Amsterdam. Hij begon zijn muzikale loopbaan als hoornist bij de Nederlandse Omroep. In deze periode ging hij zich aan het dirigeren wijden. Directielessen had hij van Eri Klas en wat het operarepertoire betreft deed hij o.a. zijn licht op bij Alberto Zedda en Kees Bakels. Jeroen Weierink reisde naar de VS waar hij gast docent was aan verschillende Universiteiten. Aan de Wisconsin University dirigeerde hij CD opnames en concerten met muziek uit de opera “The good soldier Schweik” van Robert Kurka. Als gast dirigent werkt Weierink bij orkesten in Polen, Rusland, Tsjechië en USA. (...) In 2015 dirigeerde Jeroen Weierink in de kathedraal van Kiev het herdenkingsconcert van de tragedie met de MH17. (...) (nootsprong.nl)
John Philip Sousa of John Philip de Sousa (Washington D.C., 6 november 1854 Reading (Pennsylvania), 6 maart 1932), ook bekend als The March King, is waarschijnlijk de bekendste dirigent, trombonist en componist in de geschiedenis van de marsmuziek. Sousa's naam leeft voort in de sousafoon. (...)