Christoph Eschenbach voert dit royale overzicht uit van de weelderige, hyperromantische muziek van de Oostenrijkse componist Franz Schreker. Niet alleen was hij de operacomponist bij uitstek van zijn generatie, hij bracht ook, zegt Eschenbach, "Mahlers symfonische geschriften naar een geheel nieuw niveau". Het album bevat het extatische "Nachtstück" van Der ferne Klang, de prachtige Kamersymfonie en enkele ravissante orkestliederen, met Chen Reiss en Matthias Goerne. (https://www.deutschegrammophon.com)
De gerenommeerde Estlandse dirigent Paavo Järvi zet zich al jaren in voor de muziek van zijn vaderland. Met het in 2011 door Järvi opgerichte Estland Festival Orkest gaat de dirigent voort op deze weg en brengt hij muziek van minder bekende Estlandse componisten onder de aandacht. Op dit album is het de beurt aan Eduard Tubin. Deze geldt met zijn tien symfonieën niet alleen als founding father van de Estlandse symfonische muziek, Kratt (1961) is tevens het eerste ballet van dit Baltische land. Tubin kwam op het idee na een bezoek aan Zoltán Kodály in Boedapest. Kodály was enthousiast over Tubins composities, al gaf hij wel de raad meer met Estlandse volksmuziek te doen. Dat deed Tubin. Voor zijn ballet nam de componist niet minder dan dertig Estlandse volksliedjes en volksdansen als uitgangspunt. Het resultaat is verbluffend, al doet de stijl hier en daar denken aan Bartóks balletten als De Wonderbaarlijke Mandarijn. (...) (Muziekweb)
Als je de nalatenschap van Charles Koechlin in één woord wil samenvatten, dan kan dat met de term: onderschat. Misschien is niet alles van zijn omvangrijke oeuvre even belangrijk, wie zal het zeggen. Veel echter is origineel, bijzonder mooi en van niveau. Zoals The Seven Stars' Symphony (Amerikaanse titel), die geïnspireerd werd door klassieke filmsterren als Douglas Fairbanks, Greta Garbo, Merlène (sic) Dietrich en Charlie Chaplin. In het eerste geval gaat het om een verwijzing naar de film The Thief of Bagdad (die van 1924). Bij Dietrich en Chaplin werden de namen van de artiesten omgevormd tot een muzikaal thema. Koechlin was in de jaren 1920 nog wel een belangrijke figuur in het Parijse muziekleven. Gaandeweg stond hij echter meer bekend als een muziektheoreticus en organisator dan als componist. Hij verbleef een aantal keren in de VS om les te geven. Sommige van Koechlins werken zijn geïnspireerd door Rudyard Kiplings literaire klassieker Jungle Book. (...)|
De muziek van Hugo Alfvén is altijd dicht bij het hart van het Zweedse volk geweest en behoort tot enkele van de belangrijkste en meest representatieve van de geest van het land. Alfvén staat bekend als een vrolijk entertainer in composities als Den förlorade sonen, maar zijn symfonieën laten een andere, meer elegische en vaak dramatische kant zien. Het succes van Alfvéns symfonieën heeft het muzikale klimaat van Zweden fundamenteel veranderd en met een aanzienlijke verzameling orkestrale muziek die zijn glorieus rijke en gevarieerde stijl vertegenwoordigt, nemen deze opnames ons mee in de opmerkelijke wereld van het Scandinavische landschap en de Scandinavische cultuur. (naxos.com)
Andrei Yakovlevich Eshpai 15 May 1925 – 8 November 2015) was an ethnic Mari (Russian and Soviet) composer. He was awarded the title of People's Artist of the USSR in 1981. Eshpai was born at Kozmodemyansk, Mari El to a Mari father and Russian mother. A Red Army World War II veteran, he studied piano at Moscow Conservatory from 1948 to 1953 under Vladimir Sofronitsky, and composition under Nikolai Rakov, Nikolai Myaskovsky and Evgeny Golubev. He performed his postgraduate study under Aram Khachaturian from 1953 to 1956. Eshpai was the son of the composer Yakov Eshpai, and the father of the filmmaker Andrei Andreyevich Eshpai. On 8 November 2015, Eshpai died in Moscow from a stroke at the age of 90.
Nino Rota achieved international recognition as a composer of film music and his work in collaboration with Federico Fellini is universally admired. His orchestral music is much less well known but deserves a re-appraisal. The First and Second Symphonies were written simultaneously during the second half of the 1930s, when Rota had already developed his unmistakably tuneful style. Hints of a tenuous, yet well-balanced modernism are discernable, but he avoids extreme stylistic experimentation. Both symphonies display a directness of expression in a neoclassical style that constantly celebrates a landscape in sound. Marzio Conti conducts the Filarmonica ’900 del Teatro Regio di Torino. (chandos.net)
A composer of striking originality, given to rejecting schools, cliques, and fashions, Ohana pursued a distinguished career that is as hard to characterize as his nationality. His father had Andalusian heritage, but as the family had settled in Gibraltar, had British citizenship. Maurice was born in Morocco and brought up in Bayonne, France. He studied in Paris and Barcelona, joined the British Army in World War II and fought in Italy, staying behind to study composition with Casella. In 1947 he returned to Paris and founded a group called "Zodiaque," devoted to the ideal of artistic freedom, mainly freedom to reject the twelve-tone system that was then rapidly taking over European musical thought. His manifesto attacked serialism, "Parisian cliques," and avant-garde techniques. This made him a lifelong foe of the Pierre Boulez, the avant-garde serialist who led the dominant Parisian clique from that time and for the next half-century. (...) [Maurice Ohana, www.allmusic.com]|
"Berlin-born Lukas Foss studied music in Paris before settling in Philadelphia in 1937. Though he freely explored diverse compositional styles, three of the works in this recording fall into his early neo-Classical period and exemplify his dictum that “to have a big foot in the future, you’ve got to have a big foot in the past.” Symphony No. 1 in G major is lyrical, bucolic and subtly jazz-influenced, while the Three American Pieces show Aaron Copland’s “open air” influence. Foss’s Ode expresses his feelings about the loss of American lives during the Second World War, and Renaissance Concerto is a “handshake across the centuries” ingeniously spiced with unexpected harmonic twists." (naxos.com)
"Restless and dynamic by nature, Oscar Lorenzo Fernandez was a key figure in the cultural life of Rio de Janeiro, founding numerous influential musical institutions both journalistic and educational. He gained international fame for the primordial power of Batuque, the final dance movement of his Afro-Brazilian influenced Reisado do Pastoreio suite. Without ever abandoning his Brazilian roots, in his later career Lorenzo Fernandez moved away from explicit nationalism towards a more universalist idiom as can be heard in the vigorously themed and atmospheric First Symphony of 1945 and the programmatic Second Symphony, inspired by the life and death of the heroic 17th-century explorer Fernão Dias Paes Leme." (naxos.com)
"Conductor Dalia Stasevka who received the BBC Music Magazine’s ‘Personality of the Year’ Award in 2023 and the Lahti Symphony Orchestra present three works by the Finnish composer Helvi Leiviskä, who was Finland’s first major female composer. Initially inspired by the language of late Romanticism – she mentioned Brahms as her favourite composer – Leiviskä developed an original, modern style that eschewed all schools, convinced that it was more important to tread one’s own path than to follow fashionable styles. While her output may seem small in terms of quantity, it more than makes up for it in the quality of the works, especially her symphonies, a genre she considered ‘the highest manifestation of music’. This disc presents three works: the Sinfonia Brevis, a confidently crafted work reminiscent of Sibelius; the austere, restrained, melancholy and at times very dissonant Symphony No. 2, which could be called ‘tragic’; and the Suite for orchestra No. 2, (...)." (chandos.net)
Miklós Rózsa (1907-1995) werd zeventien keer genomineerd voor een Oscar voor zijn filmmuziek en ontving de Award wel drie keer. Maar, filmmuziek componeerde hij eigenlijk alleen maar omdat hij in financiële problemen zat. Wanneer hij maar kon, nam hij maanden vrij om ‘ernstige muziek’ te componeren. De drie hier gepresenteerde symfonische werken, een coproductie van de Duitse Staatsphilharmonie Rijnland-Palts, Deutschlandfunk Kultur, Südwestrundfunk en Capriccio, vormen samen een prachtige kennismaking met de ‘andere zijde’ van Miklós Rózsa. (Stretto)
Per Gunnar Fredrik de Frumerie (1908-1987) was a Swedish composer and pianist. He was the son of architect Gustaf de Frumerie and Maria Helleday. After studying piano in Stockholm and Vienna, he studied under Alfred Cortot in Paris. He then studied at the Royal College of Music, Stockholm from 1923-1928. Frumerie later taught the piano at the same college, from 1945 to 1974. His compositions covered a wide area, from grand opera to piano miniatures, but he is best remembered for his piano works. His works possess a Brahmsian complexity mixed with an impressionistic elegance. One can relate his music to such composers as Lars-Erik Larsson or Wilhelm Peterson-Berger. (en.wikipedia.org)