"Openbaring Aan de totstandkoming van deze grandioze en in het kader van het ‘Originalklang Project bewaarheid geworden uitvoering is een lange periode van grondig wetenschappelijk onderzoek vooraf gegaan. Namelijk naar de instrumenten die Mahler zelf gebruikte en waarvoor hij dus zijn muziek schreef. Het zijn met name de blazers die wezenlijk verschillen van de exemplaren die bij de moderne orkesten worden gebruikt. Verschillen op het gebied van bijvoorbeeld klankkarakter, dynamisch bereik en stemming. Waaruit volgt dat deze op een andere manier worden bespeeld dan men doorgaans is gewend, iets wat een duidelijke training vereist. En dan zijn er de strijkers die in Mahlers tijd van darmsnaren waren voorzien. Trouwens de componist hield zich als artistiek leider van de Wiener Hofoper bepaald niet afzijdig van het reilen en zeilen van het orkest van deze instelling. van zijn tijd." (opusklassiek.nl)
"Wie Finland zegt, zegt Jean Sibelius. En inderdaad, de naam van Sibelius is zo ongeveer synoniem geworden voor de ontwikkeling van het Finse muziekleven in de vroege twintigste eeuw. Toch was hij zeker niet de enige die de Finse muziek van rond 1900 een eigen karakter gaf. Dit album met tien ouvertures van evenzoveel componisten, onder wie Sibelius met de Karelia-ouverture, biedt een prachtig overzicht van het Finse muzieklandschap van rond de vorige eeuwwisseling. De betekenis daarin van bijvoorbeeld Robert Kajanus is nauwelijks te overschatten. Voordat Sibelius’ carrière goed en wel was begonnen, gold Kajanus als de leidende Finse componist. Hij was het die Sibelius op het spoor van het Finse volksepos Kalevala zette. Bovendien was Kajanus de eerste dirigent die Sibelius’ orkestwerken op plaat opnam. (...)" (JWvR, Muziekweb)
Pejacevic wordt beschouwd als een belangrijke Kroatische componist. Ze liet een aanzienlijke catalogus van 58 opuses na, meestal in laatromantische stijl, waaronder liederen, pianowerken, kamermuziek en verschillende composities voor groot orkest, misschien wel haar beste. Haar Symfonie in Fis mineur wordt door geleerden beschouwd als de eerste moderne symfonie in de Kroatische muziek. De meeste van haar muziek moet nog worden gepubliceerd en uitgebracht op compact disc, hoewel er onlangs gezamenlijke inspanningen zijn geleverd om deze situatie recht te zetten. Het Kroatische muziekinformatiecentrum heeft bijvoorbeeld enkele van haar partituren gepubliceerd, waaronder drie van haar orkestwerken (Pianoconcert, Symfonie en Phantasie Concertante). In 2008 publiceerde het centrum ook een tweetalige monografie (in het Engels en Kroatisch), geschreven door de Pejačević-geleerde Koraljka Kos, begeleid door een eerste volledig Pejacevic-CD met piano en kamermuziek. (https://en.wikipedia.org)
"Hjalmar Borgstrøm has been well on the way to being rediscovered since the beginning of the new millennium. Several of his most important works were performed in his native Norway until the Second World War, after which his name long disappeared from public consciousness. Until his death in 1925, he had also played an important role as a critic. With the premiere of his two operas and above all the rediscovery of his extraordinarily picturesque symphonic tone poems, a new page has turned. This contemporary of Richard Strauss, who studied with Johan Severin Svendsen and Carl Reinecke among others, proves to be a legitimate descendant of Franz Liszt and Richard Wagner. It is difficult to escape the captivating boldness of his programmatic concepts and their unconventionally beautiful realization." (chandos.net)
"Carl August Nielsen was een Deens componist, tevens dirigent, kornettist en violist. Hij wordt, vooral vanwege zijn zes symfonieën en twee opera's, beschouwd als de belangrijkste componist van zijn land. In 1891 leerde hij in een kring van Deense kunstenaars in Parijs de beeldhouwster Anne Marie Brodersen kennen, met wie hij datzelfde jaar huwde. In 1892 voltooide hij zijn in Berlijn begonnen Symfonie nr. 1 in g-mineur op. 7. In de volgende jaren bouwde hij zijn persoonlijke stijl uit. Hij liet zich daarbij meer beïnvloeden door de klassieke en voor-klassieke ideeën dan door het verregaande romantisme van Niels W. Gade. Hij zorgde daarbij op zeer persoonlijke manier voor een overgang naar de 20e-eeuwse muziek. Zijn verbrede tonaliteit gebruikt alle twaalf tonen van de chromatische toonladder - maar in het raamwerk van een tonaal systeem. In zijn methodiek oriënteerde hij zich ook aan structuren van het gregoriaans en de pentatoniek en gebruikte modale tonaliteiten." (Wikipedia)
"Kaun werd geboren in Berlijn, Koninkrijk Pruisen en voltooide zijn muzikale opleiding in zijn geboortestad. In 1886 verliet hij Duitsland voor de Verenigde Staten en vestigde zich in Milwaukee, Wisconsin, waar een gevestigde Duitse immigrantengemeenschap woonde. Als dirigent van lokale koorverenigingen, zoals de Milwaukee Liederkranz en het Milwaukee Men's Choir, verwierf Kaun al snel een belangrijke invloed op het muzikale leven van de stad. Hij gaf ook les aan het conservatorium, waar hij onder meer Wilhelm Middelschulte tot zijn collega's behoorde. Kauns oudste zoon, Bernhard Kaun, werd later componist van filmmuziek in Hollywood. Rond de eeuwwisseling keerde Kaun terug naar Duitsland en zette zijn lesgeven voort in Berlijn. Hoewel hij talrijke lucratieve aanbiedingen voor werk uit het buitenland ontving, konden deze prikkels hem er niet van overtuigen Berlijn voor de tweede keer te verlaten. In 1912 werd hij benoemd tot lid van de Pruisische Academie van Beeldende Kunsten." (wikipedia.org)