Als een schip met honderden Chinese migranten aan boord in een storm verzeild raakt ontstaat een kritieke situatie.
De bemanning van een schip in de Oostzee wordt geconfronteerd met schipbreukelingen die misdadigers blijken te zijn.
Een zeilmaker heeft lange tijd een onbereikbaar ideaal: het bezitten van een schip.
Weesjongen Berend (12) wordt in 1370 het jongste hulpje op een koggeschip. Als een van de vier koopmansleerlingen onderweg naar Noorwegen sterft, moet Berend zijn plaats innemen. Vanaf ca. 9 jaar.
Na zijn H.B.S.-examen heeft de zeventienjarige Jan geen geduld meer om verder te studeren. Hij wil naar zee en monstert aan op een vrachtschip, waar hij als keukenhulpje en op een andere reis als dekmatroos, kennis maakt met het niet al te makkelijke leven aan boord. Door zijn vriendschap met een Surinaamse jongen komt hij in aanraking met de verhoudingen tussen zwart en blank in Amerika en Suriname. Aan het eind van het verhaal besluit hij toch eerst naar de zeevaartschool te gaan, omdat hij iets meer wil worden dan matroos of bootsman.
Een jonge journalist krijgt het dagboek van een spoorloos verdwenen lid van de Londense society in handen.
Klik hier om cookies te accepteren zodat de vertaalmodule kan worden geladen. Het kan zijn dat je de pagina moet herladen.