Wanneer een jonge archeologe in 1885 in Tibet op zoek is naar haar geliefde, raakt zij betrokken bij de strijd om de wereldheerschappij.
De laatste vijftig jaar van de feodale samenleving in Oost-Tibet, gezien door de ogen van de tweede zoon van de machtigste landheer die 'de idioot' wordt genoemd en die de werkelijkheid vooral intuïtief beleeft.