In 1625, als prins Maurits ernstig ziek wordt, kijkt zijn maîtresse Margaretha van Mechelen terug op haar leven met hem.
Episoden uit het leven van Prins Maurits, beginnend bij de eerste aanslag op het leven van zijn vader, als hij veertien is en eindigend bij zijn plannen tot inname van Breda en de uitvoering van die plannen. Tussen deze twee episoden worden de vriendschap met zijn bediende Peter en die met zijn neef Willem-Lodewijk belicht.