Het was bepaald toepasselijk dat de muzikale loopbaan van de Duitse componist Ernst Toch (1887-1964) pas echt een hoge vlucht nam toen hij in 1909 de Mozart-prijs won. Hij had namelijk als kind het componeren bijna geheel op eigen kracht geleerd door het bestuderen van zakpartituurtjes van Mozartkwartetten. Zijn muzikale ster steeg met name tot grote hoogte in de jaren twintig, toen Toch naast Hindemith, Weill en Krenek tot de meest geruchtmakende componisten van de Weimar-tijd behoorde. Dat dat volkomen begrijpelijk was blijkt uit het repertoire op deze cd. Het vierdelige Celloconcert op.35 werd geschreven in 1924 als inzending op een prijsvraag die was uitgeschreven door het tijdschrift Die Musik. Men wilde een concert dat de geest van het barokke concerto da camera in moderne zin zou doen herleven (het neoclassicistische, dan wel neo-barokke karakter van de opgave was typerend voor de muzikale esthetiek van die jaren). (...) deze muziek is nog steeds springlevend.
Opname: 1998, 2006, 2004. \nIn mei en juni 2009 was de Ebony Band n.a.v. dit album te gast bij Vrije Geluiden: "Werner Herbers, oprichter van de Ebony Band, speurt sinds de oprichting in 1990 naar verloren en vergeten muziek uit het interbellum. Concerten zal de Ebony Band niet meer geven, maar toch een wedergeboorte in een andere vorm. Al het speurwerk van Herbers, we spreken over ca. 500 stukken van 100 componisten, worden digitaal gedocumenteerd, geconserveerd en toegankelijk gemaakt. Het interbellum is de rijkste, veelzijdigste en productiefste van de hele muziekgeschiedenis zegt Herbers." Hij verhaalde tijdens de uitzending o.a. over Ernst Toch, die indertijd de meest uitgevoerde levende componist was, maar nu zo ongeveer totaal vergeten.
Ernst Toch (Wenen, 7 december 1887 Santa Monica (Californië), 1 oktober 1964) was een Oostenrijks componist, muziektheoreticus, filosoof en muziekpedagoog. (...) In 1940 verkreeg hij de burgerrechten van de Verenigde Staten. Vanaf 1950 schreef hij weer concertwerken, onder andere zeven symfonieën. Voor zijn Derde symfonie kreeg hij de Pulitzerprijs voor muziek in 1957 en een Grammy-Award in 1960. Een paar jaren na de uitreiking van de Grammy noemde hij zich zelf "the world's most forgotten composer of the 20th century".
Toch was een zoon van een Joodse lederhandelaar in Wenen. Al vroeg kreeg hij lessen voor piano en andere instrumenten en leerde hij autodidactisch muzikale en compositie vakbekwaamheden. (...) Rond 1900 begon hij als autodidact met muziektheorie en compositie waarbij hij Mozart als voorbeeld had. Een van de eerste strijkkwartetten van Toch ging 1908 in Leipzig in première. Met de première van het zesde strijkkwartet, op. 12 in 1909 door het wereldbekende Rosé-kwartet, werd de muziek van de slechts zeventienjarige componist in Wenen bekend. (...) In 1940 verkreeg hij de burgerrechten van de Verenigde Staten. Vanaf 1950 schreef hij weer concertwerken, onder andere zeven symfonieën. Voor zijn Derde symfonie kreeg hij de Pulitzerprijs voor muziek in 1957 en een Grammy-Award in 1960. Een paar jaren na de uitreiking van de Grammy noemde hij zich zelf "the world's most forgotten composer of the 20th century". (wikipedia)