"De barokmusicus Leonardo García Alarcón leidt vanuit Frankrijk het ensemble Cappella Mediterranea. Die groepsnaam lijkt misplaatst, maar is het niet. Want meer dan geografie betreft het een statement. Barokmuziek kan wel een scheut mediterrane zon gebruiken, vindt Alarcón. De Argentijn experimenteert ermee in de bij Lyon gelegen abdij van Ambronay, een laboratorium voor oude muziek. Wat in Monteverdi's Mariavespers meteen opvalt, is Alarcóns heilige geloof in tekst. Zelden springt gebeiteld Kerklatijn je zo vitaal tegemoet. Alarcón moet met de vingertoppen eerst alle psychologische nuances hebben bevoeld, waarna hij de solozangers en het Kamerkoor Namen gedetailleerde orders gaf. Het koorgeluid ondergaat spectaculaire transformaties, van broeierig en beslagen tot helder stralend. De solisten mogen jubelen uit volle borst. Het verrassendst is hoe Alarcón de mediterrane passie met Noordwest-Europese teugels ment." (Guido van Oorschot, Volkskrant; waardering: 5 uit 5 sterren!!!)
Opname: 2004-2009
Opname: 2010
'Vorig jaar was het 450 geleden dat Claudio Monteverdi werd geboren en dat heeft er wellicht toe geleid dat meer muziekliefhebbers geattendeerd werden op deze componist. Deze nieuwe luisteraars moeten misschien hun weg in Monteverdis oevre van operas, kerkmuziek en madrigalen nog vinden en daarvoor biedt deze cd de mogelijkheid. Lautten Compagney wandelt kriskras door Monteverdis werk en laat al doende horen dat het de componist eigenlijk helemaal niets uitmaakte of hij voor de kerk of voor het theater schreef. En voor zon wandeling kun je je geen betere gids wensen dan sopraan Dorothee Mields. Met haar heldere voordracht en goede tekstexpressie is zij geknipt voor dit repertoire. Lautten Compagney speelt vindingrijk en fantasievol. De instrumentatie, afwisselend met strijkers, blazers, slagwerk en natuurlijk luiten, is rijk. De cd bevat 22 korte nummers die samen een heel goed beeld geven van Monteverdis componeren'. (Bron: Klassieke Zaken).
"Het is in de maand dat deze CD verschijnt, mei 2017, 450 jaar geleden dat Claudio Monteverdi werd geboren, aanleiding voor de muziekindustrie om eens uit te pakken met nieuwe opnamen. Uiteraard doet ook het in de vroege barok gespecialiseerde I Fagiolini daaraan mee. Het nieuwe album van het vocaal ensemble heet "The Other Vespers". Het gaat hier dus niet om m de geliefde Mariavespers, maar om stukken van Monteverdi (uit de Selva morale e spirituale, 1641) en tijdgenoten (Bovicelli, Donati, Castello) die zijn geordend als in een vesperdienst uit het Venetië van Monteverdi's tijd. Het ensemble koppelt de Britse koorprincipes van zuiverheid en regelmaat aan een zonnige klank. Ook The English Cornett & Sackbut Ensemble levert goede bijdragen, met indrukwekkende solo's op cornetto van Gawain Glenton. Heerlijk, dat spelplezier: dit is een cd waar je alleen maar blij van kunt worden." (Merlijn Kerkhof, Volkskrant; 4 uit 5 sterren)
Deel uitmakend van de Aangenaam Klassiek-campagne 2014: ""Een waar feest" noemde The Guardian de opname van Concerto Italiano van een Vespersdienst, zoals Claudio Monteverdi die gehouden zou kunnen hebben in de Venetiaanse San Marco. Daar was de grootmeester van de vroege barok sinds 1613 maestro di cappella, een benoeming die de Italiaanse barok en de religieuze muziek een enorme impuls gaf. Concerto Italiano combineert Monteverdi's beroemde 'Vespers' en werk uit onder andere de 'Selva morale i spirituale' met instrumentale muziek van tijdgenoten tot een enerverend ruimtelijke klankbeleving.
Opname: 2006
Opname: 2007, 2008
"Vijf van de minstens acht opera's die Claudio Monteverdi schreef, hebben de eeuwigheid niet gehaald. Verbrand, verpulverd of op een andere manier verdwenen: bij de gedachte aan de noten die voorgoed zwijgen, krijgt de liefhebber vochtige ogen. Het is dan ook schrikken bij de titel die barokdirigent Leonardo García Alarcón aan zijn Monteverdi-CD gaf: "I sette peccati capitali". Zou het dan toch...? Maar nee, aan de zeven hoofdzonden heeft Monteverdi geen muziektheater gewijd. Afgunst, wellust en woede: met de zangers van Cappella Mediterranea wekt García Alarcón de zonde tot leven. Hij snippert er deugden doorheen als naastenliefde en hoop. Daarmee kon Monteverdi minstens zo goed uit de voeten. Luister naar de praalnoten die hij Orpheus meegeeft op zijn reis naar de Onderwereld, warmbloedig gezongen door de tenor Emilio Gonzalez-Toro." (Guido van Oorschot, Volkskrant; 4 uit 5 sterren)
"Monteverdi beschouwen we graag als componist van Nieuwe Muziek, van wat in zijn tijd 'seconda prattica' werd genoemd. Dat hij ook in de oude stijl (prima prattica) doorkneed was, heeft hij zelf aangetoond - mogelijk om een betere baan te krijgen - met het componeren van een zesstemmige mis op motieven uit een motet van Nicolaas Gombert. Ze werd opgenomen in dezelfde verzamelbundel waarin ook de Mariavespers zich bevinden. Ook veel later heeft hij nog een min of meer 'archaïserende', nu vierstemmige mis geschreven, die pas in 1650 werd uitgegeven. Herreweghe heeft beide missen en het motet Adoramus zodanig laten uitvoeren dat men een niet door breukvlakken getekend beeld van Monteverdi's 'stile antico' krijgt - de moderne orgelbegeleiding bij de vierstemmige mis is bijvoorbeeld weggelaten. Het is heel overtuigend gedaan, vooral omdat zijn koor de rigide mis naar Gobert levendiger laat klinken dan op grond van de noten mogelijk lijkt." (Paul Herruer, Luister)
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.
