"György Kurtág, de wellicht grootste nog levende componist, werd in 2006 80 jaar oud. In Boedapest was er een Kurtág 80 Festival, waar enkele premières werden gespeeld. " Concertante " (2003) voor viool, altviool en orkest werd in 2006 volledig gereviseerd. De compositie werd beloond met de prestigieuze Grawemeyer Award. Het is een wonderschoon werk, met veel fluistertonen en droombeelden, dat in een verstilde epiloog zachtjes, gelijk een nachtkaars, uitgaat. Zonder twijfel een meesterwerk, en de uitvoering op deze CD is zo perfect en prachtig, daar krijg je tranen van in je ogen. In "Zwiegespräch", met zijn sterke Hongaarse accenten en waarneembare invloed van Mahler en Webern, wordt het lyrisch klinkende Keller Quartet bijgestaan door de synthesizer van György Kurtág junior. CD2 eindigt met enkele "Játékoks" ("Spelletjes"), gespeeld door Kurtág zelf met zijn vrouw Márta, maar voor het zover is kunt u nog wegdromen bij "Hipartita" voor viool solo." (Basia Jaworski, Klassieke Zaken)
"De dit jaar 80 geworden Roemeen zette dagboekfragmenten van Kafka op zijn eigen aforistische manier achter elkaar in een liederencyclus. Een soort Winterreise maar dan nog meer uitgebeend, met de viool als enige reisgezel van de sopraan. Al die zeggingskracht en expressie op postzegelformaat teruggebracht, in snipperdeeltjes van soms maar 15 seconden: dat kan alleen Kurtág." (Luister. Cijfer: 9) Patricia Kopatchinskaja e.a. spelen Kafka -fragmente op vrijdag 23 april 2010 in het Muziekcentrum, Enschede.
Reinbert de Leeuw vertelt in de zeer uitgebreide linernotes bij de box: "Het is voor mij heel belangrijk dat het ensemble de tijd krijgt zich in de taal van een componist te verdiepen. Dat de componist erbij kan zijn, dat iedereen naar zijn gezicht kan kijken, want daar lees je al ongelofelijk veel van af. Dit moet je ondergaan en dan pas kun je het ook echt spelen. We proberen zo dicht mogelijk als maar kan bij de bedoeling van de componist te komen. Dat is je opgave. Bij Kurtág is dit heel erg moeilijk vanwege de onconventionele notatie. Maar anderzijds is hij ontzettend dwingend. Je hebt eigenlijk geen vrijheid. Je moet je zijn timing eigen maken. En dat lukt je echt niet in een keer. We hebben in de loop der jaren al deze stukken kunnen instuderen en vaak met hem erbij, dus je leert een taal spreken maar vooral ook wat de betekenis is en daarvoor heb je hem bijna fysiek nodig." Dat de 20-jarige nauwe samenwerking met Kurtág nu heeft geleid tot dit document, is een mijlpaal. (bron: Platomania)\n\n"Er is hier zonder meer sprake van een monument, wat door het peil van de uitvoeringen alleen maar wordt bevestigd." (Frits van der Waa, Volkskrant; 5 uit 5 sterren)
Opname: 2009
Alexandre Ouzounoff is een Franse componist en fagotspeler. In zijn avant garde composities overschrijdt hij geregeld de grenzen met de jazz en niet Westerse muziek. Waarbij hij ook de inzet van elektrische instrumenten niet schuwt. Op dit album laat hij een aan de oude jazz herinnnerend spel op zijn fagot horen. Het laat zich makkelijk raden dat dit zich prima mengt met de Nigeriaanse ritmes van zijn beleiders, de band van Femi Kuti. Alexandre Ouzounoff wordt verder bijgestaan Gyorgy Kurtag op synthesizers en de Chileen Sébastian Quesada op percussie. Een mooie verkenning van gemeenschappelijke roots met een modern sausje. (GR Muziekbank)
"György Kurtág is net als Wolfgang Rihm zon componist die zich door zijn intuïtie laat leiden. Maar anders dan de veelschrijver Rihm is hij een scherpslijper, die jaren aan een stuk kan vijlen. Over zijn "Liederen van Wanhoop en Smart" heeft hij veertien jaar zitten dubben, van 1980 tot 1994. Het resultaat is dan ook indringend, al is het niet altijd makkelijk om in de Russische teksten het spoor vast te houden. Het instrumentale aandeel van het Ensemble Modern is beperkt, maar zet de dramatiek op de scharnierpunten wel een enorme kracht bij. In de hoofdrol schitteren de zangers van het SWR Vokalensemble Stuttgart, die de menigvuldige vocale schakeringen van Kurtág grandioos naar voren brengen, nu eens gedempt en ingekeerd, dan weer scherp en hoekig. De kortere, uit kleine deeltjes samengestelde a cappella-werken "Omaggio a Luigi Nono" en "8 Koorwerken op Gedichten van Deszö Tandori" zijn al even absorberend." (Frits van der Waa, Volkskrant; waardering: 5 uit 5 sterren)
Edison Klassiek 2004