"Wie denkt dat middeleeuwse polyfonie de imitatie is van ijle engelenstemmen vergeet de muziek van Johannes Ockeghem: doorwrocht, met een geniaal gevoel voor densiteit en dynamiek, adembenemend en altijd pakkend. Is het landschap een uitvinding van de 15de eeuwse primitieven, dan is het Ockeghem die voor het eerst klanklandschappen schept: louter intensiteiten en snelheden, turbulenties en temperaturen, stromen, sublieme vergezichten. Zijn imposante en aangrijpende Missa Caput is hier een prachtvoorbeeld van. Verwacht u bij Graindelavoix niet aan de heldere, ingehouden en hemelse polyfonie van ensembles zoals Huelgas. Björn Schmelzer en de zijnen geven dit meesterwerk van Ockeghem een rauwe directheid waarbij het hen vooral om het verhaal van de individuele stemmen, de kleur en de spanning van het moment en de versiering volgens de inspiratie van het ogenblik te doen is. Wetenschappelijk bekeken is dit een interessant experiment, vanuit muzikaal perspectief is het ronduit boeiend." (Early Music Review)
"Hoe ingenieus geconstrueerde muziek ook zonder enige achtergrondkennis een streling van het oor kan zijn, dat is wel het meest bijzondere aan de muziek van Ockeghem. Hij leefde in de tijd dat grote muzikale vernieuwingen vooral uit de Lage Landen afkomstig waren. Ockeghem was meer dan 40 jaar in dienst van het Franse hof, onder meer als schatbewaarder van de abdij St-Martin in Tours. De Missa Prolationum is een prachtig voorbeeld van Ockeghems compositietalent. Hij schreef twee stemmen uit met de aanwijzing dat ze beide in twee- en in driedelige mensuur gezongen kunnen worden. Zo ontstaat een vierstemmige dubbelcanon. Daarbij laat hij de afstand tussen de tonen waarop de stemmen inzetten, steeds toenemen: van de priem in het Kyrie tot het octaaf in het Osanna, het hoogtepunt van de lofprijzing van God. Elk onderdeel is een op zichzelf staande polyfonie van duidelijk gescheiden stemmen, vloeiend en toch vol verrassingen." (Barend Linders, Klassieke Zaken) Deze CD bevat ook werken van o.a. Obrecht en Desprez.
Johannes Ockeghem (verm. Saint-Ghislain, ca. 1410 Tours, 6 februari 1497) was een 15e-eeuws componist van de Franco-Vlaamse School. Hij werd vermoedelijk geboren in Saint-Ghislain (Henegouwen). Na een korte periode als zanger aan de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Antwerpen (1443-1444), kwam hij in dienst van Karel, hertog van Bourbon, in Moulins. In 1452 werd hij aangeworven door de Franse koning Karel VII. Tot aan zijn dood op 6 februari 1497 bleef hij verbonden aan het Franse koningshuis (onder Karel VII Lodewijk XI en Karel VIII). In 1459 verkreeg hij de lucratieve en hooggewaardeerde functie van schatmeester van de abdij Saint-Martin in Tours, waar hij ook verbleef. In 1484 bezocht hij Brugge en Damme.
Dat Johannes Ockeghem één van de grootste componisten uit de 15e eeuw was, bleek al snel, toen niemand minder dan Josquin Desprez een ontroerend en indrukwekkend stuk voor zijn overleden meester schreef, 'Nymphes des bois'. En hij was niet de enige: Ockeghem werd door dichters en musici uit zijn tijd direct gezien als een grootmeester, als componist en als zanger. Tegenwoordig wordt zijn muziek veelal omschreven als relatief ontoegankelijk, omdat die in één enkele polyfone stroom doorgaat, zonder dat er duidelijke scheidingen worden aangebracht die ons oor wat ademruimte geven. Juist deze eigenschap geeft Ockeghems muziek echter ook zijn bijzondere spanning en concentratie. De muziek van Ockeghem is inderdaad niet makkelijk in het oor liggend, maar wel verfijnd van structuur en zacht van klank. Dit is vooral duidelijk in zijn missen, en dan met name in de melancholische Missa 'Mi-Mi'. Andere hoogtepunten zijn de Missa 'prolationum' en het Requiem (de eerste meerstemmige Requiem-zetting in de geschiedenis!).
"Ockeghem stond bekend als een technisch zeer knap vakman, die in zijn polyfone muziek mathematische perfectie wist te combineren met een vroeg-Renaissancistisch klankideaal." (wikipedia)