The Yes Album (1971) is the second in a series of remixed and expanded Yes albums. Presented as a double digi-pack format in a slipcase with a booklet featuring new sleeve notes by Sid Smith, along with rare photos and archive material, the album has been mixed for 5.1 Surround Sound from the original studio masters by Steven Wilson and is fully approved by Yes. The CD features a new stereo album mix by Steven Wilson, the studio version of Clap and an extended version of A Venture. The DVD-A features: - a 5.1 DTS Mix and High Resolution Stereo mixes. - DVD-A players can, additionally, access a 5.1 Lossless audio mix (24bit 96khz). - the new album mix in high resolution stereo - the original album mix in a hi-res flat transfer from the original stereo master tape source. - alternate version of The Yes Album drawn from live tracks, singles edits & an extended mix (bron: Steven Wilson)
"Yes as a band has been in existence for nearly 50 years now, and has featured a variety of different rosters during that span. "Topographic Drama - Live Across America" is an impressive showcase for their most recent lineup, and does a good job of spotlighting some material from their back catalog that hasn't always gotten the attention it deserves. More importantly, it's simply a good listen." (Sputnik Music)
In 2011 was er een opleving in de al jaren zeer wisselvallige Yes-discografie met "Fly From Here". Daarvoor was Geoff Downes teruggehaald en zat Trevor Horn weer in de producersstoel: het betrof dan ook grotendeels alsnog afgemaakt werk van de "Drama"-bezetting uit 1980, met die beide heren. Daarna, met nieuwe zanger Jon Davison (ex-Glass Hammer), was het huilen met de pet op. "Heaven & Earth" (2014, laatste album met wijlen Chris Squire) en "The Quest" (2021, laatste album met wijlen Alan White) waren grotendeels dit belangrijke symfo-instituut onwaardig. De enige sterke compositie van "The Quest" bleek achteraf van de hand van de mei 2023 overleden Francis Monkman (Curved Air, Sky). "Mirror To The Sky" is daarom een onverwacht positieve verrassing: het 14 minuten lange titelnummer, twee andere songs van 9 minuten alsmede de vlotte opener "Cut From The Stars" klinken even fris als doorwrocht en bevatten rinkelend baswerk van Billy Sherwood, bevlogen gitaarspel van Steve Howe en massieve toetsen van Downes.
Steven Wilson is niet alleen een zeer gerespecteerd en breed georiënteerd muzikant (bekend van werk onder eigen naam, maar ook met o.a. Porcupine Tree, Blackfield, No-Man, Bass Communion en Storm Corrosion), hij heeft zich ook ontwikkeld tot een veelgevraagd maker van 5.1 Surround Sound-mixer. Bij de meteen meegeleverde nieuwe stereomixen blijft hij zo trouw mogelijk aan het origineel, bij het maken van een 5.1 mix moet je toch keuzes maken en komt het element 'smaak' om de hoek kijken. Gezien de vrijwel unaniem positieve reacties op zijn 5.1-mixen voor o.a. Jethro Tull, ELP, King Crimson en XTC wordt zijn smaak zeer gewaardeerd. Hij mixt dan ook alleen albums die hij zelf goed vindt. Zoals bij het hoogtepunt uit de Yes-discografie: het 'slechts' 3 lange stukken bevattende "Close To The Edge" (1972). Uit diezelfde tijd stamt de Simon & Garfunkel-bewerking "America", gemaakt voor het 25-jarige jubileum van platenfirma Atlantic. Vandaar dat het toegevoegd is en ook de Steven Wilson-behandeling heeft gekregen.
Oud-Yes-leden Chris Squire (b), Alan White (d) en Tony Kaye (kb) vormden met de Zuid-Afrikaanse gitarist/zanger/songschrijver Trevor Rabin in 1982 Cinema, dat compacte, modern-progressieve songs afleverde. Trevor Horn, zanger op "Drama", kreeg nu de producer-rol. Jon Anderson hoorde de demo's en voegde zich enthousiast bij de groep: Cinema werd tóch Yes. Op deze frisse plaat waart zeker iets van vetrouwde Yes-spirit rond (vooral in "It Can Happen" en "Changes"). "Owner Of A Lonely Heart" werd een wereldhit.
Na "Tormato" (1978) dook Yes in onveranderde samenstelling (dus weer met Rick Wakeman) een Parijse studio in, met Queen-producer Roy Thomas Baker. Maar omdat Squire, White en Howe de ideeën van Anderson en Wakeman te 'airy fairy' vonden (aldus Howe in de documentaire "Yesyears"), trokken de laatste twee hun conclusies. Het progressieve popduo The Buggles werd ter vervanging binnengehaald: een virtuoze toetsenist en een zanger met een hoge stem, wat wil je nog meer? Met oer-Yes-producer Eddie Offord wordt een stoer bandgeluid ontwikkeld, in een band waar Squire nu duidelijk de baas is en waar zijn bas prominenter is dan ooit. Het machtige openingsnummer "Machine Messiah" speelt meteen alle troeven uit en op "White Car" en "Run Through The Light" bevat het hele album topstukken. Mede omdat Horn live geen revelatie bleek, strandde deze bezetting al snel. Mooie van deze editie is dat je ook een blik krijgt op de laatste sessies met Anderson en Wakeman: materiaal dat nogal licht op de hand blijkt.
Het tweede album bevat net als het debuut "Yes" twee covers: "No Opportunity Necessary, No Experience Needed" van Ritchie Havens en "Everydays" van Stephen Stills. Vooral de Havens-song laat horen wat Yes kan doen met een song: deze compositie is in deze vorm een meerdelige rocksymfonie geworden die min of meer model staat voor binnenkort-te-volgen materiaal zoals "Yours Is No Disgrace". Dit album verschilt behoorlijk van z'n voorganger én van wat komen gaat door de medewerking van orkest-arrangeur Tony Cox, die voor extra symfonische grandeur moest zorgen. De resulterende arrangementen passen niet helemaal bij het repertoire, waardoor dit album door velen uiteindelijk als ietsje minder dan het debuut wordt beschouwd. De échte symfonische Yes-sound zou pas bij het derde album tot volle wasdom komen. Deze geremasterde versie bevat één echte extra track, de andere extra nummers zijn alternatieve mixen.
Het derde Yes-album, uit 1971, was het eerste met Steve Howe, die Peter Banks verving. De bezetting wordt zodoende: Jon Anderson / Chris Squire / Bill Bruford / Tony Kaye en Steve Howe. De gepatenteerde Yes-symfonische rocksound, uitgedrukt in lange, meerdelige stukken, is hier voor het eerst te horen. De sleutelnummers van de plaat zouden jaar na jaar op de Yes-setlisten opduiken, tot in de 21ste eeuw aan toe: "Yours Is No Disgrace", "I've Seen All Good People", "Perpetual Change" en showstopper "Starship Trooper" met het majesteuze slotdeel "Würm". Als je gewend bent ze te horen in de volle live-arrangementen met latere Yes-toetsenist Rick Wakeman is het wel eens verfrissend de meer opene, door Eddie Offord droog vastgelegde studioversies te horen.
Oorspronkelijk een tripel-LP-set, op 2 CD's: bevat vrijwel alle nummers van het klassieke trio Yes Album/Fragile/Close To The Edge, maar dan in energiekere, vollere live-versies (al blijft de geluidskwaliteit een tikje achter).
Na 't sterke "Fragile" volgt binnen een jaar een heus meesterwerk: volgens velen het beste Yes-album. Een ambitieus werk met slechts 3 nummers. Het titelstuk beslaat een hele plaatzijde en neemt je mee van de ene majesteuze sfeertekening naar de ander, aaneengeregen met drukke passages vol instrumentaal vuurwerk van met name Wakeman en Howe. het even klassieke "And You And I" is hemels: Het stuk brengt mensen steeds weer vervoering. De rockende afsluiter "Siberian Kathru" brengt je weer terug op aard.
Na het meesterlijke "Going For The One" (1977) met een teruggekeerde Rick Wakeman achter de toetsen, werd er een zeer uitputtende wereldtournee ondernomen. Meteen daarna werd men weer in de studio's verwacht. Ideeën genoeg (dat blijkt wel uit de 9 uitprobeersels die hier als bonustrack dienen), maar men had moeite (en tijdgebrek) om het geheel in een coherent album om te vormen. Daarom klinkt "Tormato" als geheel misschien een beetje verknipt, maar er is veel spannends op te beleven. Het is dan ook ten onrechte een beetje een ondergeschoven kindje in de Yes-discografie. De relatief lange openings- en slotstukken "Future Times / Rejoice" en "On The Silent Wings Of Freedom" laten 'classic Yes' horen met overigens een heerlijk opvallend prominent bassende Chris Squire. "Don't Kill The Whale" is een catchy single die Greenpeace een hart onder de riem steekt. "Onward" en "Madrigal" lijken de hemelse "Going For The One"-sferen voort te zetten, waarbij "Madrigal" overigens gebaseerd is op een solowerk van Wakeman.
Klik hier om cookies te accepteren zodat de vertaalmodule kan worden geladen. Het kan zijn dat je de pagina moet herladen.