Luister-10, april/mei 2014: "Ah, wat een heerlijk heldere beginmaten! Na zo'n tintelende aanhef van Beethovens Trio Nr 6 in Es kan er al bijna niets meer misgaan. Transparantie is troef bij Isabelle Faust, Jean-Guihen Queyras en Alexander Melnikov, die volmaakt op elkaar zijn ingespeeld. Bij alle beweeglijkheid en de bedachtzaam uitgediepte dynamiek blijven volume en timbre volmaakt in balans. Het Allegretto ma non troppo is daar een welsprekend voorbeeld van. In de Finale grijpen alle drie muzikanten hun kans om te schitteren, daarbij vóór alles dienstbaar aan de muziek blijvend. Een integere uitvoering: Een eerlijke, hechte eenheid. De bijnaam van het Aartshertogtrio verwijst naar Rudolph van Oostenrijk, een broer van keizer Franz II en pianoleerling van Beethoven aan wie de componist dit werk opdroeg. Ook hier voeren vitaliteit en toewijding de boventoon, met de puntgave articulatie en fraai geëgaliseerde decrescendi. Alles klintk even aandachtig en oprecht. Een sprankelende CD." (Margaretha Coornstra)
"Najaar 2014 is Jean-Guihen Queyras weer present op de Cellobiënnale in het Muziekgebouw aan 't IJ, maar eerst houdt het Franse cellofenomeen zijn Beethoven-dubbel-CD ten doop. Samen met Alexander Melnikov, zijn vaste klavierpartner, heeft hij niet alleen de sonates opgenomen maar ook de variaties die Beethoven maakte op werken van andere componisten. Zo is de aftrap voor Mozart. Ein Mädchen oder Weibchen, de aria van Papageno uit Die Zauberflöte, werd voor Beethoven het vertrekpunt voor een serie variaties. Queyras en Melnikov blazen met een minimum aan vibrato en een overvloed aan flair de schalkse vogelvanger leven in. Mooi dat die speelsheid ook in de vijf sonates niet verdwijnt. Dan komt er nog een geniale dimensie bij: die van het fluisterende ruisen en het snelle schakelen tussen duister en licht. Je kunt Beethoven, de man met de grillige persoonlijkheid, bijna aanraken." (Biëlla Luttmer, Volkskrant; 5 uit 5 sterren)
Vivaldi lijkt op papier altijd hetzelfde, verklaarde cellist Jean-Guihen Queyras al eens. Maar elk stuk is anders. Het gaat om textuur, atmosfeer, licht. Dit is heel fysieke muziek. Voor mij is Vivaldi de componist die het echte, oude Venetië op muziek heeft gezet. Met een heerlijk basso-continuotrio brengt de Franse cellist de Italiaanse schittering van de vroege achttiende eeuw tot leven. De eerste keer dat ik in Venetië was staat op mijn netvlies. Dat beeld is wat ik tot klinken breng in deze sprankelende cellosonates. (Aangenaam Klassiek)
Tharaud is in het seizoen 2008/2009 meerdere keren in het Enschedese Muziekcentrum te bewonderen en concerteerde aldaar ook met Queyras. "Lichtheid en vertier kenmerken de Debussy- en Poulenc-vertolkingen van cellist Jean-Quihen Queyras en zijn pianopartner Alexandre Tharaud. Queyras houdt zowel in geschrift als in klank een uitvoerig pleidooi voor al datgene wat beide componisten verbindt. Het neemt niet weg dat het werk van Debussy zich op een ander, je mag wel zeggen hoger, plan afspeelt dan de soepele, goedmoedige en zelfs exuberante muziek van zijn jongere landgenoot. De overgang van Poulencs 'Suite' naar het 'Scherzo' van Debussy doet aan als een lichte aardverschuiving. En dan is dat nog wel een vrij pril werk van Debussy, anders dan zijn 'Sonate' waarmee de cd opent en die diepgang paart aan sublieme verleidingskunst." (Frits van der Waa, Volkskrant: waardering: 4 uit 5 sterren)