Catalogus

Sämtliche Bläserquintette vol.5 (1989)

Anton Reicha werd als Antonius Josephus Reicha in Praag in het in het Latijn gestelde doopregister ingeschreven. In Tsjechië wordt hij als Antonín Rejcha aangeduid, maar hij noemde zichzelf Anton Reicha, en na zijn vestiging in Parijs Antoine-Joseph Reicha) (Praag, 26 februari 1770 - Parijs, 28 mei 1836). Reicha was een Boheemse en later Franse componist. Als kind verloor hij zijn vader, en op 11-jarige leeftijd vluchtte hij weg van huis, eerst naar zijn grootvader in Klattau (Klatovy) en vervolgens naar een kinderloze oom Josef Reicha, hofkapelmeester in Wallerstein in Württemberg, die hem toen als kind adopteerde. Hij begon zijn loopbaan als musicus in 1785, toen hij met zijn oom toetrad tot het orkest van de Keulse keurvorst in Bonn. In 1790 werd hij hier als violist genoemd. Hij maakte er kennis met Ludwig van Beethoven, die eveneens lid was van het orkest. (...) (wikipedia.org)

Quatuor pour 4 Flûtes : op.19 : parties (1974)

Trio for three flutes ; op.26Trio for three Flutes (cop. 1985)

Sonate in G-Dur Op. 54 : für Flöte und Klavier (cop. 1970)

Drei Romanzen für zwei Querflöten : opus XXI ([cop. 1969])

Trio for three flutes = Trio für drei Flöten : op. 26 (cop. 1985)

Sämtliche Bläserquintette vol.2 (1987)

Anton Reicha werd als Antonius Josephus Reicha in Praag in het in het Latijn gestelde doopregister ingeschreven. In Tsjechië wordt hij als Antonín Rejcha aangeduid, maar hij noemde zichzelf Anton Reicha, en na zijn vestiging in Parijs Antoine-Joseph Reicha) (Praag, 26 februari 1770 - Parijs, 28 mei 1836). Reicha was een Boheemse en later Franse componist. Als kind verloor hij zijn vader, en op 11-jarige leeftijd vluchtte hij weg van huis, eerst naar zijn grootvader in Klattau (Klatovy) en vervolgens naar een kinderloze oom Josef Reicha, hofkapelmeester in Wallerstein in Württemberg, die hem toen als kind adopteerde. Hij begon zijn loopbaan als musicus in 1785, toen hij met zijn oom toetrad tot het orkest van de Keulse keurvorst in Bonn. In 1790 werd hij hier als violist genoemd. Hij maakte er kennis met Ludwig van Beethoven, die eveneens lid was van het orkest. (...) (wikipedia.org)

Sämtliche Bläserquintette vol.6 (1989)

Anton Reicha werd als Antonius Josephus Reicha in Praag in het in het Latijn gestelde doopregister ingeschreven. In Tsjechië wordt hij als Antonín Rejcha aangeduid, maar hij noemde zichzelf Anton Reicha, en na zijn vestiging in Parijs Antoine-Joseph Reicha) (Praag, 26 februari 1770 - Parijs, 28 mei 1836). Reicha was een Boheemse en later Franse componist. Als kind verloor hij zijn vader, en op 11-jarige leeftijd vluchtte hij weg van huis, eerst naar zijn grootvader in Klattau (Klatovy) en vervolgens naar een kinderloze oom Josef Reicha, hofkapelmeester in Wallerstein in Württemberg, die hem toen als kind adopteerde. Hij begon zijn loopbaan als musicus in 1785, toen hij met zijn oom toetrad tot het orkest van de Keulse keurvorst in Bonn. In 1790 werd hij hier als violist genoemd. Hij maakte er kennis met Ludwig van Beethoven, die eveneens lid was van het orkest. (...) (wikipedia.org)

Air for oboe and piano ([19--?])

Te Deum (1989)

"Antonín Rejcha (Tsjechisch aangepaste naam, hij werd als Antonius Josephus Reicha in Praag in het in het Latijn gestelde doopregister ingeschreven, noemde zichzelf Anton Reicha, en na zijn vestiging in Parijs Antoine-Joseph Reicha) (Praag, 26 februari 1770 - Parijs, 28 mei 1836). Reicha was een Boheemse en later Franse componist." (Wikipedia) Naast werken voor orkest en harmonieorkest heeft Reicha ook een drietal missen geschreven. Waarvan "Te Deum" er één is. Een werk voor solisten, gemengd koor en orkest met orgel. Hier verdienstelijk ten gehore gebracht door de Christelijke Oratoriumverening uit Leiden en het Heemsteeds Kamerorket. (GR Muziekbank)