Eind 19e eeuw leert de ernstig zieke Nederlander Versluis zijn nieuwe land en thuisbasis Zuid-Afrika te aanvaarden en daarmee thuis te komen in het onbekende.
Als een Zuid-Afrikaanse schrijver na 40 jaar naar Engeland terugkeert voor een huldiging, denkt hij terug aan de zomer die hij kort voor de Tweede Wereldoorlog bij familie van een studievriend op het platteland doorbracht.
In een dorpje in de Kaapkolonie zorgen de Boerenoorlogen niet alleen tot verdeeldheid, maar ook tot agressie waarvan vooral de zwarte bevolking het slachtoffer wordt.
Aan de mogelijke verschijning van een engel aan een herder in Zuid-Afrika in de 19e eeuw wordt jaren later door verschillende mensen verschillend inhoud gegeven.
Een oude vrouw kijkt aan het eind van de 19de eeuw terug op haar leven op het geisoleerde Zuid-Afrikaanse platteland.
Biografie van de grootouders van Karel Schoeman (1939-) en van de relatie Nederland-Zuid-Afrika tussen ca. 1850 en 1950.