Een jongen moet voor school een werkstuk maken over Ordediensten die eind 1944 het gezag van de nazi's in Limburg overnamen en hij onderzoekt daarbij de rol van zijn opa.
Een gemeenteambtenaar die problemen heeft met het corrupte gemeentebestuur, raakt in psychische nood, lijdt aan dierenwaan en heeft te maken met een ingewikkelde relatie met zijn moeder.
Een verkracht meisje wordt niet gesteund door haar katholieke ouders en haar omgeving.
Een oude vereenzaamde vrouw wordt geplaagd door traumatische herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog.
Een man van middelbare leeftijd lijdt aan een bipolaire of manisch-depressieve stoornis. Hij is al jarenlang onder behandeling van een psychiater, maar volgt diens adviezen niet op en drinkt de hele dag door sterke drank.