Tenorsaxofonist Archie Shepp voelt zich even verwant met de warm-ronkende traditionele jazztenorsaxofoonklank van Coleman Hawkins en Ben Webster als met de wilde freejazz die John Coltrane in zijn laatste jaren maakte. Sterker nog: Shepp beschouwt Coltrane als zijn mentor en speelde in die genoemde sixtiesjaren met Coltrane. Van beide gezichten van Shepp is op dit concert van 1977 wat terug te horen Coltrane wordt geëerd in een stuk van bijna een halfuur lengte, waarin het er soms heftig en intens aan toe gaat. Aan de andere kant is daar zijn adaptatie van Ellington-componist Billy Strayhorns beroemde ballad "Lush Life".
"For this generally upbeat session -- recorded in Holland -- Adams is joined by co-leader and longtime colleague pianist Don Pullen, and is backed by drummer Dannie Richmond and bassist Cameron Brown. Richmond spurs the saxophonist on, while Brown strikes hard in support, resulting in some strong solos by Adams on tenor sax. Adams seems to glide effortlessly up and down his horn, his patented licks never tiresome. Most of the original tunes are blowing vehicles, which work well with the superb talent represented here. Pullen is more pensive than usual, but always effective. The lyrical flute work by Adams is a pleasure, but it lacks the verve of his saxophone playing. Some of the best moments come from the interaction between Pullen and Adams, whose legacies left an indelible imprint on late 20th century jazz." (Steve Loewy, Allmusic)
"Born out of Mingus' last band, the Adams/Pullen Quartet took off from its onetime leader's eclectic and fervent musical approach to form its own provocative and fertile take on hard bop and the avant-garde. In addition to Pullen (p) and Adams (ts), the band another Mingus alum: Dannie Richmond (d). Having already cut a clutch of fine discs since 1979, the quartet showed the power of its live concerts with this second volume of recordings from the Village Vanguard. Taped in 1983, the four cuts show off the group's varied repertoire of post-bop material. The mix is mostly up-tempo, with Pullen's gospel and R&B-inspired "Saturday Night in the Cosmos" and "Big Alice" bookending one of his more knotty swingers, "The Great Escape," and Adam's fleet and Latin-tinged bopper, "City Gates." Everyone contributes fine solo work, while also keeping everything nice and in the pocket. A highlight from the Pullen-Adams catalog and one of the most impressive of contemporary live jazz dates." (Stephen Cook, Allmusic)
De tenorsaxofonist George Adams en de pianist Don Pullen ontmoetten elkaar in de seventies, toen ze samen in Mingus' band speelden. Sinds eind jaren '70 vormden ze een kwartet, dat toen dit album verscheen, in 1983, op z'n muzikale piek zat: dit wordt door velen als hun beste album beschouwd. Alles klopt hier: de composities, de solo's en de arrangementen vormen een passende puzzel die samen één van de sterkste postbopplaten van de vroege jaren '80 maken. Het spel is gevoelvol en energetisch en er zijn gelukkig geen vocalen van Adams. Op z'n tenor bouwt hij op naar kolkende crescendi zonder een moment z'n controle te verliezen. Drummer Dannie Richmond and bassist Cameron Brown lijken hierdoor extra geïnspireerd. (vrije vertaling van Allmusic-recensie van Steven Loewy)