In 1895 ontwikkelt de twaalfjarige Amsterdamse jongen Kees Bakels zich van een fantasierijke, dromerige jongen tot een doener die zijn verantwoordelijkheden neemt.Kees Bakels (12 jaar) woont in 1895 in Amsterdam. Hij is een fantasierijke, dromerige jongen, maar als zijn vader ziek wordt moet hij snel volwassen worden. Vanaf ca. 9 jaar.
Enkele weken uit het leven van een, in de wetenschap geslaagde bioloog, wiens zelfgezochte eenzaamheid enerzijds deerniswekkend is en anderzijds leidt tot een bepaalde vorm van geluk