Eind 16e eeuw. Een jonge vrouw uit Afrika en een ambachtsman uit Middelburg raken door slavenhandel en tragedie met elkaar verbonden.
Een middeleeuwse monnik in een Hollands stadje slaagt erin priester te blijven, ook al is hij getrouwd.
Op het platteland anno 1860 in de buurt van Ermelo staat het leven van alledag onder druk van een constante dreiging die tot ontsporing van het dagelijks leven zou kunnen leiden.
Een zwaar getraumatiseerde Vlaamse jongen, die samen met zijn moeder in 1914 de wrede oorlog ontvlucht, begaat in Nederland een moord waarvoor hij nooit wordt opgepakt.
Een eindexamenstudent op het VWO krijgt te maken met innerlijk stemmen die zijn leven gaan beheersen. Hij belandt in een psychiatrische inrichting, waar zijn langzame en moeilijke weg naar herstel begint.
Isabel is geboren in Colombia, en met moeite afgestaan door haar moeder. Ze komt terecht in een Nederlands gezin waar ze veilig opgroeit. Maar al jong heeft ze het gevoel dat ze er niet bijhoort. Als puber spijbelt ze, drinkt en rookt wiet. Ze vindt steun in o.a. haar geloof. Vanaf ca. 15 jaar.
De geadopteerde Carmen, van een Colombiaanse moeder, krijgt steeds meer last van het feit dat ze 'anders' is en dreigt te ontsporen.
De belevenissen van enkele families van kooplieden, scheepsbouwers, molenaars, predikanten en schilders in het 17e eeuwse Amsterdam.