Een hoge hoed van een rijke meneer wordt door de wind weggeblazen en gaat vreemde kunsten uithalen, waardoor er wonderlijke dingen gebeuren en een arme zwerver zelfs met een gravin gaat trouwen.
Een met veel humor getekende prentvertelling, waarin drie -aanvankelijk slechte- rovers hun geroofde schatten op een ongewone manier besteden, tot geluk van vele weeskinderen. De gekleurde illustraties met grappige details vullen de vrij summiere tekst uitstekend aan