Twee Engelse weeskinderen, een broertje en een zusje, worden vanuit een tehuis bij een pleeggezin ondergebracht. Als dit gezin naar Australië vertrekt zoeken de kinderen noodgedwongen zelf een ander onderdak, uit angst dat ze weer naar het tehuis worden gestuurd. Bij een oud vrouwtje, dat aan het strand ijs verkoopt, hebben ze succes. Samen met haar wordt een leegstaand huis aan de Koningstraat 10 bewoonbaar gemaakt. Ze ondervinden hierbij veel tegenslag, maar door hun doorzettingsvermogen, weten ze de klus toch tot een goed einde te brengen. Samen met de ijsverkoopster kunnen de kinderen, (er zijn nog twee kinderen bijgekomen) een gezellige toekomst tegemoet zien.
Aldat is een Afghaanse jongen die met de handelskaravaan van zijn oudere broers door Tibet trekt. Hij voelt zich zo aangetrokken tot de woeste bergwereld, dat hij meerdere keren terugkeert naar de bergen. Daarbij maakt hij ook jacht op een gevaarlijke buffelsoort, de yak. Afgunst maakt het hoofd van een nomadenstam Sampo-Singi tot een geslepen vijand van de jager en het schijnt nauwelijks mogelijk dat Aldat aan de gevaren zal ontkomen die hem van alle kanten bedreigen.
