Jongensverhaal, waarin circuskind Tom Visser, na de dood van zijn moeder, door zijn vader, een paardendresseur, naar kostschool wordt gestuurd. Hoewel hij vaak naar het circus verlangt, kan hij met de meeste jongens goed opschieten. Een paar jongens beschouwen hem echter als 'maar een circuskind' en één jongen is daarbij het felst in zijn uitlatingen jegens hem. Deze probeert hem steeds een hak te zetten, maar als Tom na een ongeluk juist deze jongen redt, wordt de vrede tussen hen gesloten. Wanneer Tom weer in het circus terugkeert, maakt hij snelle vorderingen. Hij verzorgt al gauw een eigen nummer en als zijn vader niet in staat is om zijn eigen voorstelling te geven, voert hij ook dat nummer op, wat een groot succes wordt.