De aardige, maar wat eenzame jongen Nicolaas Stoek, kortweg Nikkel, krijgt op zijn elfde verjaardag kinderpostpapier van zijn oma toegestuurd. Pas later ontdekt hij dat er ook nog een stempel met stempelkussen in het pakje zitten. Door dat stempel met zijn naam, die hij meteen gebruikt om zijn postpapier en andere dingen te bedrukken, krijgt hij meer zin om brieven te schrijven. Zo schrijft hij brieven aan zijn oma, maar ook aan kinderen. Op die grappige, maar soms ook eigenwijze brieven, ontvangt hij vaak reacties terug. Ook bezorgen de brieven hem moeilijkheden, maar tenslotte ook geluk.
