Het Indisch meisje Ati voelt zich aanvankelijk weinig thuis in het koude Holland en bij haar vader en stiefmoeder. Ook op de scholen die ze bezoekt heeft ze het niet naar haar zin en ze komt in de problemen als een jongen die ze leuk vindt, iets oneerlijks van haar vraagt. Door de hulp die haar vader haar biedt, ervaart ze dat hun verbondenheid door hun gemeenschappelijk verleden in Indië, ondanks zijn tweede huwelijk nog steeds bestaat. Ook de hulp van een jongen uit haar klas doet haar beseffen dat ze er wel degelijk bij hoort en voor alles dat ze bij hem hoort.