Vier jaar na "Zonde" heeft Freek 13 liedjes van anderen gekozen, vertaald en bewerkt. Freeks muzikale bagage is verrassend en varieert van Chuck Berry tot Neil Diamond, en via Billy Holiday naar Townes Van Zandt. Net als op "Zonde" valt ook hier de voortreffelijke muzikale begeleiding op. Aangestuurd door bassist Reyer Zwart werd het nieuwe album bij De Jonge thuis opgenomen met drummer Rowin Tettero, gitarist Jan van Bijnen en Maurits Fondse in de gelederen, met producer Frans Hagenaars achter de knoppen van de opname-apparatuur. Met covers van Chuck Berry's "Come On" (de debuutsingle van The Rolling Stones in 1963), dat hij vertaalde als "Kom Op", Hank Williams' "I'm So Lonesome I Could Cry", dat nu "Wel Janken Zo Alleen" heet en Billy Holiday's Strange Fruit dat indrukwekkend is vertaald naar "Wonderlijk Fruit", bewijst Freek de Jonge dat hij naast een van 's lands meest toonaangevende theatermakers tevens een zeer begenadigd singer-songwriter is. (bron: V2)
Z'n eerste twee solovoorstellingen, uit 1980 en 1981. In 'De Komiek' draait het om de vraag: hoever gaat de Komiek om z'n publiek te behagen? Het antwoord: schaamteloos ver! Onderzoekt Freek in 'De Komiek' zichzelf, in 'De Tragiek' kijkt hij naar zijn publiek. En bevalt het wat hij ziet? Absoluut niet! In vijf verschillende rollen houdt Freek ons een spiegel voor.
Live in Paradiso (waar Rapsodia een anagram van is). Diverse nummer van 'Gemeen Goed' keren hier terug, naast veel materiaal van Neerlands Hoop. Op de bonusdisc vinden we de hit 'Leven Na De Dood', onderbroken door een blues van Henk Hofstede.
EMI 8575142
"Frederik Jan Georg (Freek) de Jonge (Westernieland, 30 augustus 1944) is een Nederlands cabaretier. Hij werd bekend toen hij met Bram Vermeulen vanaf juni 1968 optrad als het sociaal geëngageerde Neerlands Hoop. In 1980 ging hij solo. In 1980 ging Neerlands Hoop uit elkaar en begon De Jonge aan een solocarrière. Hij was de eerste cabaretier die een rode draad in zijn verhaal aanbracht. Typisch voor De Jonge is ook de running gag, een grap waarnaar meerdere malen verwezen wordt. De Jonge bracht vele succesvolle programma's op het toneel, waaronder ook meerdere oudejaarsconferences en nieuwjaarsconferences. Album van Freek de Jonge met een selectie van liedjes uit zijn begintijd (1983 - 1986)" (wikipedia, muziekbank)
In 'Losse Nummers' (1992) keert De Meester Van De Rode Draad terug naar het losse-nummer-cabaret. Veertien nummers vol humor en clownerie, maar ook vol dramatische parabels. In 'De Tol' (1995) heeft Freek maar één doel: draaien aan de tol van zijn talent. Zijn of spelen? Freek kiest voor spelen. Met het wankele evenwicht tussen het denken en de fantasie bijvoorbeeld.
In 'De Goeroe & De Dissident' (1988) schetst De Jonge 'Freek de Goeroe': de vergeven cabaretier, die ons in grote wijsheid vertelt over de zeven poorten van het leven. En ook 'Freek de Dissident': de woedende cabaretier, die humorvol schopt tegen alles wat verandering in de weg staat. 'De Volgende' (1989) ontstond uit een omstreden optreden als stadionomroeper. Ook Freeks fascinatie voor Gavin Friday's album 'Each Man Kills...' bleek van grote invloed. En vooral diens adaptaties van werk van Brel en Dylan.