"Rosanne Philippens speelt sinds kort op de Stradivarius 'Barrere', waarmee Janine Jansen beroemd werd. Met deze eerste CD op het instrument stoomt ze meteen door naar de voorste gelederen. Hij bevat composities waarin violisten een buiging maken naar een bewonderde collega. In Poème élégiaque, opgedragen aan Fauré, hoor je de diepe klank die Ysaÿe nastreefde. De laagste vioolsnaar stemde hij een hele toon lager, zodat de klank nog duisterder werd. Don't always vibrate, but always be vibrating was Ysaÿe's motto; Philippens neemt het advies serieus. Ze laat de stukken klinken alsof ze voor háár zijn geschreven. Samen met de Franse klaviergigant Julien Quentin graaft ze zich in in de wereld van Kreisler, Ysaÿe, Chausson en Saint-Saëns. Neem het Preludium en Allegro dat Fritz Kreisler schreef in de stijl van de violist Pugnani. Het allegro danst je tegemoet. Dwars door de noten heen hoor je de persoonlijke stem van een jonge violiste met een dijk van een karakter." (Biëlla Luttmer, Volkskrant; 5 uit 5 sterren)
"Dit is gewoon een pracht van een cd waarop bloedmooi gespeeld wordt en de spanning van de eerste tot de laatste seconde wordt vastgehouden (...) Met alleen maar een viool en de vaste wil om een publiek te boeien met muziek die relevant is voor het instrument, de bespeler en de luisteraar. Dat kun je doen door een uur lang Biber, Bach of Ysaÿe te spelen, maar je kunt ook Biber, Bach en Ysaÿe combineren. Rosanne Philippens begint heel puur met de Passacaglia van Heinrich Ignaz Franz von Biber, het slotstuk van zijn Rosenkrans Sonates, en het eerste stuk voor de eenzame viool dat er werkelijk toe doet. Ze speelt niet door tot het slot, maar bewaart de laatste twee minuten voor achteraan haar recital. Daartussen plaatst ze delen uit Bachs Tweede Partita, onderbroken door een Sarabande van George Enescu." (Opus Klassiek)
"Twee weken geleden bracht Philippens haar zesde album uit, gewijd aan Haydn en Stravinsky. Doordat ze tegelijk de vioolsolos speelt én het vijftienkoppige ensemble The Vondel Strings dirigeert, krijgt haar persoonlijke visie alle ruimte. Speciaal voor de gelegenheid stelde de violiste een ensemble samen uit zielsverwante musici, die ze al jarenlang kent via haar vroegere viooldocenten Coosje Wijzenbeek en Vera Beths. De naam The Vondel Strings is een eerbetoon aan Beths woning aan de Amsterdamse Vondelstraat, een inspirerende ontmoetingsplaats die onder musici de Vondel heet. Philippens keuze om Haydns Eerste en Vierde vioolconcert op dit album te combineren met een strijkorkestversie van Stravinskys ballet Le Baiser de la Fée (De kus van de fee) is verrassend, omdat tussen beide componisten een kloof van twee eeuwen gaapt. Het is een kwestie van gevoel, aldus de violiste. Ik herken in deze stukken eenzelfde blijdschap, onbevangenheid en lichtheid. (Trouw)