De gerenommeerde Estlandse dirigent Paavo Järvi zet zich al jaren in voor de muziek van zijn vaderland. Met het in 2011 door Järvi opgerichte Estland Festival Orkest gaat de dirigent voort op deze weg en brengt hij muziek van minder bekende Estlandse componisten onder de aandacht. Op dit album is het de beurt aan Eduard Tubin. Deze geldt met zijn tien symfonieën niet alleen als founding father van de Estlandse symfonische muziek, Kratt (1961) is tevens het eerste ballet van dit Baltische land. Tubin kwam op het idee na een bezoek aan Zoltán Kodály in Boedapest. Kodály was enthousiast over Tubins composities, al gaf hij wel de raad meer met Estlandse volksmuziek te doen. Dat deed Tubin. Voor zijn ballet nam de componist niet minder dan dertig Estlandse volksliedjes en volksdansen als uitgangspunt. Het resultaat is verbluffend, al doet de stijl hier en daar denken aan Bartóks balletten als De Wonderbaarlijke Mandarijn. (...) (Muziekweb)