Peter-Jan Wagemans (1952) behoort tot de belangrijkste componisten van Nederland. Hij kan beschouwd worden als de tegenhanger van de meer bekende collega Louis Andriessen. Maar waar Andriessen voor het grootste deel is gericht op Amerikaanse muziek is Wagemans een uitgesproken Europeaan, wiens streven het is zich te ontwikkelen en vernieuwen binnen de Europese muzikale traditie. Dit brengt hem in conflict met zowel de avant-garde als de minimalistische stijlaanhangers in Nederland. Wagemans ziet zichzelf niet als een traditionalist. Zijn doel is de verdere ontwikkeling van de muzikale erfenis, maar om dat te laten lukken moeten alle structurele, emotionele en communicatieve aspecten van de muziek zich in een balans hebben gevonden.
Peter-Jan Wagemans (Den Haag, 7 september 1952) is een Nederlands componist. Wagemans studeerde orgel (diploma 1974), compositie bij Jan van Vlijmen (diploma 1975) en muziektheorie (diploma 1977) aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag. Na voltooiing van zijn studie studeerde hij nog bij Klaus Huber te Freiburg. Peter-Jan Wagemans is een van de grondleggers van de Rotterdamse School. Sinds 1984 doceert hij hoofdvak klassieke compositie aan het Rotterdams Conservatorium.
"Voor vakwerk en overdonderende muziek zorgde Wagemans. Een bevlogen Hans Leenders leidde het Radio Filharmonisch Orkest in diens Zevende Symfonie. Wagemans laat het orkest met overmoed de mouwen opstropen in een symfonie die on-Nederlands is in haar overdaad, zwanger van Beethoven, Ives en Messiaen. Met excessief gebruik van slagwerk, moddervette tuba's en de contrabasklarinet trekt Wagemans zijn voorgangers door het vuil van de vorige eeuw, als betrof het figuranten in een boek van Céline. De een vond het niks, anderen vielen in katzwijm. Uitgesproken muziek kortom. Precies wat de Nederlandse muziekwereld nodig heeft." (Huib Ramaer, De Volkskrant, n.a.v. een live-uitvoering van de Zevende Symfonie)