Wanneer de 17-jarige Kate een baby verwacht, besluit zij naar een tante op het platteland te gaan. Daar leert zij het boerenleven waarderen en ontdekt zij dat uit de vriendschap met een jonge molenaar iets diepers groeit.
Bobbie, een 15-jarig dromerig meisje, heeft nogal wat problemen; haar moeder is aan de drank en haar vader overlijdt na een auto-ongeluk. Gelukkig zijn er haar kordate vriendin Fanny, die haar heel goed helpt, en haar vriend Colin, met wie ze goed kan praten