Het bekendste JA-album, verschenen in psychedelisch topjaar 1967, 'the summer of love'. Deze plaat was een van de ultieme soundtracks daarbij, met de klassieke hippie-hits 'Somebody To Love' en 'White Rabbit'.
"Dit album, het zesde van Jefferson Airplane, kwam uit in 1969, twee jaar na de monumentale doorbraak met "Surrealistic Pillow". Doordat "Volunteers" in het teken staat van de oorlog in Vietnam en de onrechtmatige aard ervan is het een politiek geladen album. Naast de controversie rondom de teksten was het album ook op een technologisch niveau baanbrekend. Het is namelijk een van de eerste albums die op een zestien sporen bandrecorder zijn opgenomen. Een foto van dit apparaat is op de achterzijde van de hoes te zien. Aan dit album doen o.a. Stephen Stills en David Crosby mee. Al met al is "Volunteers" een cruciale Jefferson plaat, die meedingt als een van de beste albums die deze hoogvliegers uit San Francisco ooit hebben afgeleverd." (Bertus / MOV) Met Stills en Crosby schreef Paul Kantner "Wooden Ships". Het verscheen eerst op het eerste album van CSN en enkele maanden later in een navenant andere versie op dit "Volunteers".
Album uit 1968, opvolger van 'After Bathing'. De zweverige, effectrijke psychedelische rock is hier weer een stuk compacter en songgerichter, maar mist net de zeggingskracht van 'Surrealistic Pillow'.
Uitstekend live-album uit 1969, opgenomen in de legendarische hippie-rock-tempels Filmore East en West. Psychedelische acidrock-classic. Met o.a. 'Somebody To Love' en een uitgesponnen 'Bear Melt'.
Uit 1967, opvolger van hitalbum 'Surrealistic Pillow'. De weirde kanten van die plaat worden benadrukt. Opgedeeld in suites, waarin de nodige lange psychedelische passages opduiken, zoals 'Spare Chaynge', in feite een voorbode op Hot Tuna.
Laatste Jefferson Airplane-album, als je de reunie van 1989 buiten beschouwing laat. Marty Balin was voor 'Bark' al vertrokken en het bleef daarna rommelen in de bezetting. Achteraf gezien de split hier al aan hoort komen: de latere Jefferson Starship-sound enerzijds en het Hot Tuna-geluid anderzijds klinkt al door. Kenmerkend blijven immer de ferme zang van Slick, de fuzzy klinkende gitaarriffs en de zangerige viool van Papa John Creach.
Debuut (1966), nog zonder Grace Slick, wel met de latere cultfiguur 'Skip' Spence (als drummer, was hij eigenlijk niet). De indringende vocalen van Marty Balin staan centraal in mix van rock, R&B, folkrock, country & ontluikende psychedelica.
Concert uit 1968, 30 jaar later pas uitgebracht. Hier is de band op de top van z'n kunnen en in z'n beste bezetting te horen (in tegenstelling tot de zwanezang-liveplaat 'Thirty Seconds Over Winterland'). De groep had 3 LP's uitgebracht, maar speelt ook al wat stukken van de toekomstige vierde plaat. Een heftiger Jefferson-livedocument zul je niet snel vinden.
Album uit 1971, gemaakt in de bezetting Grace Slick, Paul Kantner, Jorma Kaukkonen, Jack Casady en nieuwe drummer Joey Covington, plus Papa John Creach. Marty Balin, een belangrijke songleverancier, was dus vertrokken. Dit levert niet het beste Jefferson-album op, maar de klassieke bandsound staat wel degelijk overeind. In de psychedelische rock zijn, vooral in de (al dan niet meerstemmige) zangmelodieën en de vioolbijdragen van Creach, folk(rock)-invloeden te bespeuren.
In 111 minuten wordt 8 jaar bandhistorie belicht (1965 - 1973): interviews met originele bandleden, maar ook complete live-nummers en TV-optredens. We zien o.a. beelden van Monterey Pop, The Smotherers Brothers Comedy Hour en een optreden op een dak. Natuurlijk met o.a. 'Somebody To Love' en 'White Rabbit'.
Graad 3
Klik hier om cookies te accepteren zodat de vertaalmodule kan worden geladen. Het kan zijn dat je de pagina moet herladen.