"Dynamisch en krachtig album, niet zo briljant als de klassiekers "Palomine" (1992) en "Lamprey" (1995), maar deze 11de plaat nestelt zich met gemak in de subtop van het fascinerende oeuvre van een van de beste Nederlandse bands ooit. In de felle opener "B-Cuz" klinkt Carol van Dyk als een oververhitte Chrissie Hynde. In afsluiter "Never Be Over", met Prof. Nomad (Bartel Bartels), volgt Van Dyk het met strijkers geplaveide croonerspad van Sinatra. Grootse schoonheid en dramatiek is het resultaat. Tussen deze uitersten toont Peter Visser zich weer een expressieve gitarist. Zeker in "Whatever Happens", dat qua sfeer nog het meest op Betties proeven van grote bekwaamheid uit de begintijd lijkt. Claw Boys Claw-voorman Peter te Bos kaapt met zijn vrijpostige stem "Love Sick". Extraverte songs hebben gezelschap van introverte, kleine liedjes vol tederheid die de plaat diepgang geven. Als band een kwart eeuw onderweg zijn en nog steeds te werk gaan met veel energie, bezieling en klasse, het kan." (René Megens, Oor)
Een frisse herstart met nieuwe drummer Reinier Veldman (Berend Dubbe begon voor zichzelf als Bauer). Een productie van John Parish (o.a. PJ Harvey) die de BS-sound intact laat, maar ook veel toevoegd met een bredere, rijkere sound tot gevolg.
"Evenaart met dit 5de studio-album, lucide en rijk aan melodie, debuut 'Palomine' (1992). Carol van Dijck stopt haar melancholieke kant nu in Chitlin' Fooks, waardoor Bettie weer puntige, geinspireerde, soms frivole indiepop kan maken." (VK)
Toen de band gevraagd werd voor de Marlboro Flash Back-reeks, kwam er maar 1 band in aanmerking: hun inspiratiebron, VU. Je zou veel Nico-songs verwachten, maar dat doet men juist niet. Geïnspireerde versies, met vooral prachtig gitaarwerk.
Met een live-versie van "Crutches", verder de tracks "Trigger Cut" & "Stanley Park".
Klik hier om cookies te accepteren zodat de vertaalmodule kan worden geladen. Het kan zijn dat je de pagina moet herladen.