Opname: 2002
In de serie Erasmus-muziekprodukties is een bijzondere cd verschenen van het Nederlands kamerkoor. Na zijn succesvolle bewerkingen van Nederlandse volksliederen schreef Jetse Bremer 17 arrangementen van Nederlandse kerstliederen. De bewerkingen zijn smaakvol en zeer creatief. Veel kerstliederen hebben een wiegende, driedelige beweging en zijn herkenbaar aan de woordjes sus, sus, sus of na, na, na. Denk maar eens aan het refrein van "Hoe leit dit Kindeke". Van deze karakteristieken heeft Bremer dankbaar gebruik gemaakt. Een mooie cd voor diegenen die houden van bekende kerstliederen in een "nieuw jasje". (Muziekweb).
"...je adem stokt als je de prachtig afgewerkte voordracht beluistert van het Kamerkoor onder leiding van zijn vaste chef Uwe Gronostay. De motetten op Latijnse teksten uit verschillende jaren en reikend van vier tot acht stemmen, zijn meesterwerken op de vierkante centimeter. Wat Bruckner met de tekst van het 'Christus factus est' (voor de Goede Week) doet, is ongelooflijk. Vol en spatgelijk zet het Kamerkoor dit vierstemmige stuk in, van waaruit het 'mortem autem crucis' als dreigende ontwikkeling volgt waarin de bassen voorgaan: dood tot op het kruis. (...) Max Reger hulde acht Duitse teksten, de meeste uit de late middeleeuwen in kleurrijke romantische harmonieën. Zijn 'Acht geistliche Gesünge' uit 1914 vormen een eenheid. Ze zijn homofoon van aard, verwant aan het Duitse lutherse koraal. Diepe indruk maakt het donker en zacht inzettende 'Die Nacht ist kommen, drin wir ruhen sollen'. (Franz Straatman, Trouw, 1996).
Luister-10, sept/okt 2011. "Dit is niet alleen een schot in de roos door de onberispelijke uitvoering van een koor in topvorm, maar om twee redenen ook een heel opmerkelijke release. Dit is het CD-debuut van het Nederlands Kamerkoor met zijn jonge nieuwe Estse chef Risto Joost. En dan de repertoirekeuze: een mis van Palestrina, tussen de misdelen door gelardeerd met composities van Joosts landgenoot Arvo Pärt. Een gedurfde combinatie, springend tussen de 16de eeuwse strikte polyfonie naar de simpele harmonieën in Pärts tintinnabulistijl. Maar het experiment lijkt geslaagd. Moest Palestrina nog vrezen (gelukkig ten onrechte) voor een pauselijke ban op het uitvoeren van polyfone muziek in de kerk omdat de religieuze teksten onverstaanbaar zouden worden, Pärt zet deze juist met opzet syllabisch, een noot voor elke lettergreep, uit respect voor de tekst. Zo krijgt de inbedding van zijn stukken in de 4 eeuwen oude mis iets volkomen natuurlijks. Vlekkeloze ensemblezang, alle lijnen te volgen, perfect opgenomen."
Concertopname uit 1991. Het Nederlands Kamerkoor, onder leiding van Paul van Nevel, liet zich inspireren door "de met tranen omfloerste cultuur van de zogenaamde Hoofse Liefde" en voert Franse en Italiaanse composities uit die beïnvloed zijn door de Hoofse minnelyriek. In de Kerk leidde de vrouwencultus tot vele composities die aan Maria gewijd zijn. Hiervan brengt het koor drie voorbeelden ten gehore.(Bron: tekstboekje cd)>
Dit zijn o.a. de bekende, veel gezongen bewerkingen van Nederlandse Volksliederen, die door het Nederlands Kamerkoor op CD zijn gezet. Enkele voorbeelden: `Ain boer wol naor zien noaber tou`, `Vier weverkens` en `Merk toch hoe sterk`. Helaas worden er geen teksten meegeleverd.
'Fraai is de uitvoering, waarin dirigent Tõnu Kaljuste de kunst van het stemmenkneden tot grote hoogten opstuwt. De Est die het Kamerkoor enkele jaren als chef-dirigent heeft geleid, ontrafelt met grote precisie de strengen van Messiaens Trois petites liturgies de la Présence Divine. Blije, Taizé-achtige samenzang met Gregoriaans bladgoudmo-tief wisselen af met spreekzang waarin diffuus straatrumoer doorklinkt. Daniel-Lesur was minder eigenzinnig dan Messiaen. Misschien dat daarom Le cantique des cantiques als honing uit de luidsprekers vloeit. Aan klankstapelingen en registerkeuzes hoor je dat hij, net als Messiaen en Jolivet, het muziekvak op de organistenbank heeft geleerd. Knap ook hoe Kaljuste, op aangeven van de componist, de lucht in Le roi Salomon verzwaart met de damp van wierook en mirre. In Jolivets Madrigal weeft hij vier koorstemmen met fluit, althobo, altviool en fagot tot ragfijn gaasdoek'. (Bron: Guido van Oirschot, Volkskrant, 11 oktober 2007).
Een van de eerste CD's van violiste Isabelle van Keulen, uit 1984, het jaar waarin zij de hoofdprijs wint in het Young Musician of the Year Concours in Genève.
Allerzielen op 2 november is een aloude traditie om overleden dierbaren te gedenken. Vanaf 2010 wordt rond deze datum de laatmiddeleeuwse schilder Jheronimus Bosch herdacht met een jaarlijks concert in de Sint-Janskathedraal in s-Hertogenbosch. Elk jaar wordt een requiem uitgevoerd, steeds uit een andere stijlperiode door steeds wisselende uitvoerenden. Voor de vierde editie klinkt de wereldpremière van een nieuwe compositie van Rob Zuidam: Bosch Requiem. Daarnaast wordt voor elke editie een essay geschreven en voorgedragen tijdens het concert. Stichting Jheronimus Bosch 500 nodigt hiervoor autoriteiten uit op het gebied van literatuur, wetenschap, religie, cultuurfilosofie, politiek en kunsten. Dit jaar is publiciste prof. dr. ir. Louise O. Fresco hiertoe bereid gevonden. (bron: Stichting Jheronimus Bosch 500) Dit is de registratie van dit concert, tijdens welke ook Ligeti's Lux aeterna werd uitgevoerd. Het begeleidende boek bevat het essay van Louise Fresco en uitgebreide toelichtingen en beschrijvingen.
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.
