De Britse symfonische rockgroep The Enid heeft altijd iets dichter bij klassieke muziek gestaan dan directe collega's. Oprichter Robert John Godfrey wendde zijn klassieke opleiding volop aan in zijn componeer- en arrangeerkunst en wist al vroeg met vele lagen synthesizers een symfonisch orkest voor te wenden. Nu bracht Godfrey in 2013 een klassiek instrumentaal album uit ("The Art Of Melody"); dit "The Bridge" is bedoeld als brug tussen dát en het reguliere The Enid-werk. Geen drums of percussie, maar vooral veel statige orkestraties, opgebouwd uit muzikale thema's die links en rechts uit het The Enid-repertoire zijn geplukt. Dat alleen al maakt dit album een fijne nieuwe muzikale puzzel. Daarover heeft Joe Payne nieuwe teksten en zanglijnen gelegd, die hij met zijn uiterst wendbare stem vertolkt. Soms klinkt hij bijna als Rufus Wainwright, dan weer meer musical-achtig, soms zelfs als ware hij een klassieke tenor. Opener "Earthborn" is overigens een heropname van het slotstuk van "The Seed And The Sower"; slotstuk "Autumn" is een vocale bewerking van de gelijktitelige compositie van "The Spell".
Vrij onverwacht verscheen zowaar een verse The Enid-DVD. In 2014 speelde de band op het Crescendo-festival in Frankrijk, waar een cameraploeg aanwezig was om de optredens vast te leggen. Wat bleek: zowel de geluids- als beeldopnamen waren zó goed, dat het om een release schreeuwde. Het is de eerste live-registratie van de bezetting die is te horen op het meest recente studio-album Invicta (2012). Ofwel met de jonge, talentvolle zanger Joe Payne (door de lezers van het Britse Prog Magazine gekozen tot 'Male vocalist of the year 2014'). Nog immer zijn twee oerleden present: Mr. Enid himself Robert John Godfrey en drummer Dave Storey. De groep opent met het aloude "Judgement Day" van debuut "In The Region Of The Summer Stars" (gebaseerd op het Middeleeuwse Dies Irae-thema) om vervolgens twee fraaie stukken van "Invicta" te laten horen, waaronder "One And The Many", dat met een gewaagd met falsetstem gezongen intro. Verder wordt geput uit albums uit zowel de jaren '70, '80 als '90. Als besluit dient "Mockingbird" van Barclay James Harvest, uit de tijd dat Godfrey deel uitmaakte van die groep.
In 1988 was de Britse progressieve rock(-achtige) band The Enid (tijdelijk) uiteen. De twee kernleden, Robert John Godfrey en Stephen Stewart, maakten dit album onder hun eigen naam. Het bevat ambienteske, atmosferische muziek, met een vooral een grote rol voor Godfrey's orkestraal klinkende keyboards (denk: Vangelis, en niet zo'n beetje ook!), waarover Stewart z'n vaak (digitaal?) vervormd klinkende gitaarpartijen drapeert. Troy Donockley (later bij Iona) heeft een gastrol op Keltische whistles. Later is het album tóch onder de bandnaam The Enid heruitgebracht (met ander hoesontwerp), vandaar dat wij óók The Enid als artiest voeren.
In de 'Arise And Shine'-reeks, laat de 21ste eeuwse bezetting van de Britse groep The Enid nieuwe bewerkingen horen van nummers uit het rijke verleden. Het gaat veelal om stukken die ook net weer opgenomen zijn in het live-repertoire, dus gaat het min of meer om studioversies van de huidige live-set. Shining zal naar het zich laat aanzien de laatste zijn in deze reeks, maar is ook gelijk misschien wel de meest bijzondere omdat de hoofdrol hier is weggelegd voor de begin 2012 tot de band toegetreden nieuwste rekruut: zanger Joe Payne. Met uitzondering van de opener bevatten alle nummers vocale bijdragen van hem. Het meest in het oor springend is de versie van Tripping The Light Fantastic, origineel te vinden op het gelijknamige album uit 1994. Maar toen was het nog een instrumentaal stuk. Payne laat horen waar hij vocaal allemaal tot in staat is en dat is niet gering. Toch was het was het slechts een mooie opmaat tot wat hij enkele maanden later op "Invicta" zou laten horen.
Het gelijknamige studio-album was het eerste dat men noodgedwongen in eigen beheer had uitgebracht. Hierbij kreeg men financiële en mentale hulp van The Stand: een heuse crowdfunding-club avant la lettre (tegenwoordig The Enidi geheten). Het concert op Claret Hall Farm is een speciaal dankconcert voor The Stand. Naast concertopnamen, overdag buiten achter de boerderij en 's avonds binnen, is het in feite een verslag van die dag, waarop ook het tienjarig bestaan van de groep wordt gevierd, met interviews met o.a. de toenmalige spil Robert John Godfrey (toetsen) en Stephen Stewart (gitaar). De opener is een nieuwe versie van de lange Enid-klassieker "Fand" (wel doorsneden met stukjes interview), de rest van het repertoire bestaat uit de nieuwe plaat. In 1984 was ook het laatste Stonehenge Free Festival, waar ook dat materiaal, alsmede een flinke lap van het debuut uit 1976 én een vroege versie van "Summer" van "The Spell" werd gespeeld. Een mooie afwisseling tussen vocaal en symfonisch-instrumentaal derhalve.
T.g.v. het verschijnen van het album "Journey's End" (2010) gaf de Britse groep rond de klassiek opgeleide Robert John Godfrey een bijzonder concert. De laatste jaren had hij zich omringd met jonge getalenteerde musici, die hem verlosten van zijn writer's block (alleen drummer Dave Storey is veteraan). Van die nieuwe plaat wordt een lange suite gespeeld, met een nog overtuigender resultaat dan in de studio-versie. Van de rest van de setlist is de van "Aerie Fairy Nonsense" (1977) afkomstige mega-compositie "Fand" indrukwekkend. Niet alleen oergitarist Francis Lickerish speelt hier mee, maar ook leden van The Chandos Symphony Orchestra. Een extra verrijking van de toch al zo vol-symfonische sound van de band (met standaard naast synths ook pauken!). De zo al flink lange DVD bevat ook nog diepte-interviews met alle leden. Daarin spaart de niet altijd meegaande Godfrey zichzelf bepaald niet... Op 17 juni 2012 was de band op uitnodiging van Xymphonia in Almelo, wat op 8 juli te horen is (volg de link voor info).
"In 2011 gaf The Enid haar meest prestigieuze concert in haar bestaan. Op 15 oktober speelde de band samen met het City of Birmingham Symphony Orchestra in de Symphony Hall. Het eerste deel van het concert bestond uit oldies met als hoogtepunt een uitvoering van Fand (oorspr. van het tweede album Aerie Faerie Nonsense). Het tweede deel was een integrale uitvoering van het meest recente album Journey's End. Voor 2012 heeft de band wederom een groots concert aangekondigd, deze keer in Watford Colliseum waar het album Invicta zal worden gepresenteerd. En hier zal de band worden bijgestaan door een kamerorkest. Ook speelt The Enid op het Prog Dreams Festival op 14 april 2012 in Zoetermeer en op het feest t.g.v. de 1000ste uitzending van Radio Almelo's Xymphonia, 17 juni 2012 in Hof 88, Almelo." (Maurice Dam, Xymphonia) The Enid-voorman Robert John Godfrey begon ooit zijn carrière als orkestleider/arrangeur bij Barclay James Harvest. Met een vertolking van "Mockingbird" duikt hij dus diep in zijn historie.
"Journey's End is het tiende studio-album van deze enigmatische Britse über-symfonische band rond toetsenist Robert John Godfrey. De titel slaat eigenlijk op het feit dat dit album komt na misschien wel Godfrey's moeilijkste periode in z'n leven, een periode waar in hij kampte met een waar writer's block. Al met al heeft het hem 10 jaar gekost om daar uit te komen, met name daarbij geholpen door een flinke jeugdige injectie in de band. Het zijn ook die leden, met name zanger/geluidstechnicus Max Read en gitarist Jason Ducker die flink hun steentje bijdragen op het muzikale vlak. Resultaat: The Enid is wat spacier geworden misschien zonder overigens haar typische eigen klassieke klank kwijt te zijn geraakt." (Chris Bekhuis, Xymphonia) The Enid is een van de optredende acts op het Lorelei-festival in St. Goarshausen, op 4 september 2010. Een dag eerder doet de band de Udense Pul aan.
Na het eerste vocale The Enid-album "Something Wicked This Way Comes" lijkt het alsof de band zich de kritiek, dat de aloude weelderige romantisch-klassieke bandsound teveel ondergesneeuwd was geraakt, aangetrokken heeft. "The Spell" was op vinyl een concept-dubbel-LP, met ook nog een appendix op singletje erbij. Het past allemaal op één CD. Vocale stukken zijn er nog steeds, maar er is weer veel ruimte voor instrumentale, rijk-symfonisch klinkende muziek, die qua sfeer meer teruggrijpt op een album als "Aerie Faerie Nonsense". Het concept is een soort 'Vier Jaargetijden' van The Enid, maar met Vivaldi heeft de muziek niet veel te maken. De manier waarop 'Leitmotiven' worden gebruikt is Wagneriaans, muzikaal neigen Robert John Godfrey's symfonische composities meer naar Britse laatromantische componisten. In het boekje wijdt Godfrey uit welke leitmotiven hij gebruikt en hoe ze te herkennen. De appendix bestaat twee korte songs, die meer aansluiten op de meer catchy singles die de groep in die tijd uitbracht.
Begin jaren '80 ging het platenlabel waar de Britse groep The Enid onder contract stond failliet en leek de gehoopte gouden toekomst aan diggelen te liggen. Gitarist Francis Lickerish vertrok in deze roerige periode, maar toetsenist Robert John Godfrey en gitarist Stephen Stewart besloten in een versmalde line-up door te gaan, waarbij men ook het uitgeven van muziek in geheel eigen beheer hield. Hierbij kreeg men wel financiële en mentale hulp van The Stand: niet zomaar een fanclub, maar een heuse crowdfunding-club avant la lettre (later omgevormd tot The Enidi, dat nog steeds bestaat). Zo kwam het album "Something Wicked This Way Comes" tot stand, het eerste Enid-album met vocalen, waarbij de teksten een vrij pessimistisch wereldbeeld prijsgeven. Het werd een groot verkoopsucces, ondanks dat oudere fans de glorieuze romantisch-klassieke sound misten. Toch is de manier waarop muzikale thema's en motieven worden doorgewerkt en opnieuw opduiken typisch The Enid, de klassieke opleiding van Godfrey verradend.
"Het wachten is voorbij, eindelijk kunnen The Enid-fans over de hele wereld de originele versies van de eerste twee albums in volle glorie beluisteren. Want alle eerdere CD-versies van deze albums betroffen heropnames en remixen uit de jaren '80, omdat de originele albums in een soort contract-technisch niemandsland zaten opgesloten. Maar dat mijnenveld schijnt nu geruimd te zijn en we horen op dit debuut een band die in die vroege jaren duidelijk meer gitaargericht was en een toetsenarsenaal dat een typerend midden-jaren-zeventig-stempel draagt (veel piano, orgel en de nodige anologe string synthesizers en zelfs hier en daar mellotron)." (Chris Bekhuis, Xymphonia)
Klik hier om cookies te accepteren zodat de vertaalmodule kan worden geladen. Het kan zijn dat je de pagina moet herladen.