"De donkerste en misschien wel meest creatieve en relevante Cure-fase ligt keurig vergrendeld op "Seventeen Seconds", "Faith" en "Pornography". Daarvóór zat de puntige, arty wavepop van "Three Imaginary Boys" en daarna zat nóg meer pop, plus nog heel veel meer. Het zijn de jaren 1980-1982, waarin de jonge tobber Robert Smith zíjn muzikale en tekstuele visie gaf van waar het op dat moment alweer bezweken Joy Division de blauwdruk voor had gecreëerd. Zeker op "Seventeen Seconds" (met de eeuwige Cure-klassieker "A Forest") en het nihilistische "Faith" leidde dat tot stemmige, statig om niet te zeggen statisch voortkloppende muziek, waarmee Smiths thematiek perfect versmolt: angsten, bitterheid, woede, pessimisme, doodsdrift en gitzwarte humor banjerden hand in hand over het kerkhof, op zoek naar een uitgang. Die er niet was." (Erik vd Berg, Oor) De extra CD bevat 15 nooit eerder op CD verschenen rarities, zoals de zeldzame single "Cult Hero", demo's en in Nederland gemaakte live-opnames van o.a. "A Forest".
In feite een soort samenvatting van de fraaie singles-verzamelaars 'Staring At The Sea' en 'Galore'. CD2 bevat akoestische versies van alle 18 nummers van CD1.
"In de jaren 1980-1982 gaf jonge tobber Robert Smith zíjn muzikale en tekstuele visie van waar het op dat moment alweer bezweken Joy Division de blauwdruk voor had gecreëerd. Op dit nihilistische derde album leidde dat tot stemmige, statig om niet te zeggen statisch voortkloppende popmuziek, waarmee Smiths thematiek perfect versmolt." (Erik vd Berg, Oor) Op "Faith" is Cure weer een trio: toetsenist Mathieu Hartley is alweer vertrokken. Dat wil niet zeggen dat hier minder keyboards te horen zijn. Integendeel: Smith bespeelt ze nu zelf en laat z'n kenmerkende gitaarspel maar weinig horen. Donkere, moody, druilerige, lange en ijle instrumentale gedeelten bepalen de uiterst zwaarmoedige sfeer van het album. Op CD1 staat als bonus de soundtrackmuziek voor "Carnage Visors", die hier naadloos qua sfeer op aansluit. Op de bonus-CD veel demo's en studio-outtakes met diezelfde "Faith"-sfeer, live-opnamen van de "Faith"-tournee en de single "Charlotte Sometimes".
De vele unieke single-b-kantjes en soundtrack/compilatie-bijdragen verzameld. 70 Songs, waaronder 10 nooit eerder uitgebrachte en nog 's 25 die nooit eerder op CD verschenen, waaronder covers en bijzondere remixen. Met fraai 76-pag. boekwerk.
Concert uit 2002. 3 albums integraal gespeeld: 'Pornography' (1982), 'Disintegration' (1989) en 'Bloodflowers' (2000). Deze, zo ongeveer de zwaarmoedigste, maar ook sterkste Cure-platen, hebben een zekere muzikale en thematische verwantschap. Onder de bonus-features vindt u de toegiften, interviews en de mogelijkheid het concert uit andere camera-standpunten te bekijken.
"Niet het definitieve Cure-album, wel het leukste. Dit debuut werd in 1978 in 5 nachten opgenomen door producer/Fiction-baas Chris Parry, die de 3 jongens stiekem 's nachts binnenliet. Nog zonder eyeliner, haarlak en keyboards, mét bassist Michael Dempsey, die de groep met hoekige baslijntjes en vreemde tempowisselingen de arty kant van XTC en Wire opduwde; tegen de zin van zanger/gitarist Robert Smith en tot wanhoop van drummer Lol Tolhurst. Dempsey zong zelfs de gehaaste Hendrix-cover "Foxy Lady". Hij zou snel vertrekken. De korte, puntige liedjes van Smith waren ook punkier dan later werk. Het rammelende trio had een paar intelligente liedjes, een al uit duizenden herkenbaar gitaargeluid en een zanger die toen al - het adolescentenleed van zijn generatie droeg. De eerste singles plus outtakes, home- en studiodemos (de oudste, zeer Buzzcocks-achtige uit 1977) en liveopnames uit 1979 staan op CD2. De geluidskwaliteit laat soms te wensen over, maar het gaat om de curiositeitswaarde." (Koen Poolman, Oor)
Met ruim vierenhalf uur over twee concerten wordt het 40-jarig bestaan van The Cure gevierd. Opgenomen in de Royal Albert Hall en in het Hyde Park in 2018 gaat de band er gedreven tegenaan. De beide sets zijn behoorlijk verschillend, dus van de 58 gespeelde songs zijn er maar weinig dubbel. Bij het optreden in de Albert Hall trakteert de band de kijker op twee niet eerder uitgebrachte songs: It Can Never Be the Same en Step Into the Light. (GT, Muziekbank)