Op één track na concentreert deze dubbelaar zich op z'n eerste jaren als solo-artiest, van 1969 tot 1972. Maarliefst 9 van de 12 tracks van z'n debuut 'Kristofferson' uit 1970 staan op CD 1. Hij was toen al 34, maar had toen al wel een Master Degree Engelse literatuur in Oxford gehaald, jarenlang gediend in het Amerikaanse leger en vanaf 1966 in Nashville als broodschrijver gefungeerd (en al diverse grote hits op z'n naam staan).
100 songs uit 1943-64 (hij overleed in 1965, 45 jaar oud). Jazzy tot 1951 met z'n trio: hijzelf (p, voc), Johnny Miller (b) en Oscar Moore (g), daarna (vanaf de hit 'Unforgettable') meer opgeschoven naar amusementsmuziek met orkestbegeleiding.
"Johnnie Allan's been a prominent Cajun performer since his teens, when joined accordionist Lawrence Walker's band as a steel guitarist. When the band split, Allan teamed with pianist/fiddler U.J. Meaux, producer Huey Meaux's cousin, in the Krazy Kats, a rock band. Allan continued singing rock and roll and R&B in the late '50s and early '60s. He alternated between music and education for a while, at one point even becoming principal of an elementary school. But his popularity soared when his Cajun-flavored cover of Chuck Berry's "Promised Land" became a hit. Allan's style mixes rock flamboyance with Cajun authenticity, and has been featured on many regional labels." (Allmusic)
CD1 bevat 26 songs uit haar gouden periode, de jaren zestig, met uitsluitend materiaal van Burt Bacharach en Hal David: 'Walk On By', 'I'll Say A Little Prayer'... CD2 belicht haar comeback in de jaren '80, met o.a. werk van Barry Gibb.
Was de 1ste blanke zanger op 't zwarte Motown-label. Scoorde begin jaren '70 enige hits, o.a. met 'Gotta See Jane'. Z'n pop klinkt eigenlijk meer Brits dan Amerikaans. Orkestrale arrangementen met veel blazers omlijsten z'n wat raspende stem.
We kennen haar vooral van "It's My Party" uit 1963, dé ultieme tienermeidensingle. Ze was zelf ook nog maar 17 op dat moment. Ze scoorde de jaren erna nog diverse hits met heerlijke bubblegum-popnummers zoals "That's The Way Boys Are", "Sometimes I Wish I Were A Boy" en "I Don't Want To Be A Loser". De songs waren van de hand van broodschrijvers uit de bekende songschrijffabrieken, maar aan haar laatste hits, uit 1965, schreef ze zelf mee. De decennia erna bleef ze optreden met dit materiaal, tot ze zich in de jaren negentig ontpopte tot musicalspeelster.