Waar begint Arnhem? De eerste aanwijzingen van een nederzetting zijn te vinden in het register van de Duitse abdij van Prüm, dat al in 893 een kerk en enkele boerderijen noemt op de plek waar de Jansbeek uitmondt in de Rijn. Dan duurt het nog een slordige 340 jaar voordat dit plaatsje stadsrechten krijgt.
Het zijn niet alleen vroege vondsten die getoond worden in Sporen van Arnhem, een expositie in het Erfgoedcentrum van Rozet die is samengesteld door het Museum Arnhem. Er is ook aandacht voor de uitbreiding van de stad in 1966 met Arnhem-Zuid, oftewel de Rijnsprong. In het trappenhuis naar beneden zijn bovendien foto’s uit het Gelders Archief te zien van opeenvolgende groepen migranten die van invloed zijn op de openbare ruimte van de stad. Toen en nu. Eerst uit Spanje en Italië, later Turkije, Marokko en de Kaapverdische eilanden, en natuurlijk ook diverse nieuwkomers uit China en Indonesië. Migratie is van alle tijden. Ook de oude Romeinen lieten hun sporen na. Zij hadden een voorkeur voor de doorwaadbare plekken van de Rijn bij Millingen en Doorwerth. Maar bij Meinerswijk bouwden ze een castellum.
Voor de liefhebbers is de muntenverzameling van Museum Arnhem (aangevuld uit het archeologiedepot van de stad en particuliere vondsten) interessant. Die oude penningen lijken helemaal niet op onze euro’s. Er zijn veel hellers of holpenningen te zien, gevonden in Nijmegen en Arnhem. Deze platte holpenninkjes waren armeluisgeld, vooral geslagen om de kas van de kerk te spekken. Zulke goedkope muntjes werden ook biljoenen genoemd. Voor verzamelaars prachtig, maar de waarde is ook anno 2024 gering. We kunnen desondanks spreken van de biljoenen van Gelderland.
Sporen van Arnhem > tot 30 september 2024
Public Space | Rozet > tot 4 mei 2024
